Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- fortifying:
- fortify:
-
Wiktionary:
- fortify → versterken
Engels
Uitgebreide vertaling voor fortifying (Engels) in het Nederlands
fortifying:
-
fortifying (heartwarming)
bemoedigend; hartversterkend; opwekkend-
bemoedigend bijvoeglijk naamwoord
-
hartversterkend bijvoeglijk naamwoord
-
opwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fortifying:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bemoedigend | fortifying; heartwarming | |
hartversterkend | fortifying; heartwarming | |
opwekkend | fortifying; heartwarming | stimulating |
Verwante woorden van "fortifying":
fortify:
-
to fortify (intensify; strengthen; amplify; invigorate; acumilate; deepen)
-
to fortify (strengthen; reinforce)
sterker maken-
sterker maken werkwoord (maak sterker, maakt sterker, maakte sterker, maakten sterker, sterker gemaakt)
-
Conjugations for fortify:
present
- fortify
- fortify
- fortifies
- fortify
- fortify
- fortify
simple past
- fortified
- fortified
- fortified
- fortified
- fortified
- fortified
present perfect
- have fortified
- have fortified
- has fortified
- have fortified
- have fortified
- have fortified
past continuous
- was fortifying
- were fortifying
- was fortifying
- were fortifying
- were fortifying
- were fortifying
future
- shall fortify
- will fortify
- will fortify
- shall fortify
- will fortify
- will fortify
continuous present
- am fortifying
- are fortifying
- is fortifying
- are fortifying
- are fortifying
- are fortifying
subjunctive
- be fortified
- be fortified
- be fortified
- be fortified
- be fortified
- be fortified
diverse
- fortify!
- let's fortify!
- fortified
- fortifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the fortify
Vertaal Matrix voor fortify:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
versterken van de bewapening | fortify | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanscherpen | acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen | accentuate; sharpen |
intensiveren | acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen | |
sterker maken | fortify; reinforce; strengthen | |
toespitsen | acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen | |
verhevigen | acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen | |
versterken | acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen | become stronger; intensify; reinforce; strengthen |
- | arm; beef up; build up; fort; gird; lace; spike; strengthen |
Verwante woorden van "fortify":
Synoniemen voor "fortify":
Antoniemen van "fortify":
Verwante definities voor "fortify":
Wiktionary: fortify
fortify
verb
-
beter bestand maken tegen aanvallen