Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- forked:
- fork:
-
Wiktionary:
- fork → afsplitsen, forken, met een vork eten, prikken
- fork → splitsing, afsplitsing, fork, vork
- fork → vork, splitsing, kruis
Engels
Uitgebreide vertaling voor forked (Engels) in het Nederlands
forked:
-
forked (bifurcated; bifurcate; forky)
Vertaal Matrix voor forked:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gaffelvormig | bifurcate; bifurcated; forked; forky | |
gevorkt | bifurcate; bifurcated; forked; forky | cleft; cloven; split |
- | bifurcate; biramous; branched; double; forficate; fork-like; pronged; prongy |
Verwante woorden van "forked":
Synoniemen voor "forked":
Verwante definities voor "forked":
forked vorm van fork:
-
the fork (bifurcation; division; splitting; three forked road; road junction; fork of a road; crossroads; crossways)
-
the fork (subdivision; ramification; branching)
Vertaal Matrix voor fork:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftakking | bifurcation; crossroads; crossways; division; fork; fork of a road; road junction; splitting; three forked road | |
onderafdeling | branching; fork; ramification; subdivision | |
splitsing | bifurcation; crossroads; crossways; division; fork; fork of a road; road junction; splitting; three forked road | bifurcation; crossing; crossroads; crossways; fork of a road; intersection; road junction; splitting; three forked road |
vertakking | bifurcation; branching; crossroads; crossways; division; fork; fork of a road; ramification; road junction; splitting; subdivision; three forked road | branch; side-branch |
- | branching; crotch; forking; ramification | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
opprikken | fork; hang up; pin up; prick | |
vertakking | branch | |
- | branch; furcate; pitchfork; ramify; separate | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | fork in a road |
Verwante woorden van "fork":
Synoniemen voor "fork":
Verwante definities voor "fork":
Wiktionary: fork
fork
Cross Translation:
verb
fork
-
computer science: to split a software project
- fork → afsplitsen
-
computer science: to spawn a new child process
- fork → forken; afsplitsen
-
to move with fork
- fork → met een vork eten; prikken
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fork | → vork | ↔ vork — aftakking van een boomtak of van een weg |
• fork | → vork; splitsing | ↔ bifurcation — division en deux branches. |
• fork | → kruis; vork | ↔ fourchette — Ustensile de table |