Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flexibility:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor flexibility (Engels) in het Nederlands

flexibility:

flexibility [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the flexibility (pliancy; suppleness)
    de flexibiliteit; de soepelheid; de buigzaamheid
  2. the flexibility (pliancy)
    buigbaarheid

Vertaal Matrix voor flexibility:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buigbaarheid flexibility; pliancy
buigzaamheid flexibility; pliancy; suppleness
flexibiliteit flexibility; pliancy; suppleness
soepelheid flexibility; pliancy; suppleness ease; limberness; lithesomeness; obligingness
- flexibleness; tractability; tractableness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dilatability; ductility; elasticity; elongation; tensility

Verwante woorden van "flexibility":


Synoniemen voor "flexibility":

  • flexibleness; malleability; plasticity
  • adaptability
  • tractability; tractableness; trait

Antoniemen van "flexibility":


Verwante definities voor "flexibility":

  1. the quality of being adaptable or variable1
    • he enjoyed the flexibility of his working arrangement1
  2. the trait of being easily persuaded1
  3. the property of being flexible; easily bent or shaped1

Wiktionary: flexibility


Cross Translation:
FromToVia
flexibility souplesse; flexibiliteit FlexibilitätTechnik: Eigenschaft von Körpern
flexibility souplesse FlexibilitätPsychologie, Wirtschaftswesen: Fähigkeit, sich auf geänderte Anforderungen und Gegebenheiten einer Umwelt einstellen zu können
flexibility lenigheid; buigzaamheid; flexibiliteit flexibilitéqualité de ce qui est flexible, qui peut physiquement plier.