Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal flees

Vertaal flees van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

flee:
- vluchten; wegvluchten; vlieden; ontvlieden
Wiktionary:
- flee → vervliegen, vlieden, ontvluchten, ontkomen, ontlopen, ontsnappen, vluchten, wegvluchten
- flee → vluchten, lekken, ontgaan, ontkomen, ontsnappen

Engels

Uitgebreide vertaling voor flees (Engels) in het Nederlands

flees vorm van flee:

to flee werkwoord (flees, fled, fleeing)

to flee (fly)
vluchten; wegvluchten; vlieden
- vluchten werkwoord (vlucht, vluchtte, vluchtten, gevlucht)
- wegvluchten werkwoord
- vlieden werkwoord (vlied, vliedt, vlood, vloden, gevloden)
to flee
ontvlieden
- ontvlieden werkwoord (ontvlied, ontvliedt, ontvloot, ontvloten, ontvloten)

Conjugations for flee:

present

flee
flee
flees
flee
flee
flee

simple past

fled
fled
fled
fled
fled
fled

present perfect

have fled
have fled
has fled
have fled
have fled
have fled

past continuous

was fleeing
were fleeing
was fleeing
were fleeing
were fleeing
were fleeing

future

shall flee
will flee
will flee
shall flee
will flee
will flee

continuous present

am fleeing
are fleeing
is fleeing
are fleeing
are fleeing
are fleeing

subjunctive

be fled
be fled
be fled
be fled
be fled
be fled

diverse

flee!
let's flee!
fled
fleeing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor flee:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontvlieden	flee
vlieden	flee; fly
vluchten	flee; fly	break away; elude; escape; get away
wegvluchten	flee; fly	escape
-	fly; take flight

Synoniemen voor "flee":

fly; take flight; scat; run; scarper; turn tail; lam; run away; hightail it; bunk; head for the hills; take to the woods; escape; fly the coop; break away

Verwante definities voor "flee":

run away quickly¹
- He threw down his gun and fled¹

Wiktionary: flee

flee

verb

to disappear quickly
- flee → vervliegen; vlieden
to escape from
- flee → ontvluchten; ontkomen; ontlopen
to run away; to escape
- flee → ontsnappen; vluchten; wegvluchten

flee

verb

formeel: snel weg trachten te komen, vluchten
- vlieden → flee
(onovergankelijk) trachten te ontkomen aan dreigend gevaar
- vluchten → flee; run away; escape

Cross Translation:

From	To	Via
• flee	→ vluchten	↔ fliehen — schnelles verlassen eines Ortes beispielsweise aufgrund befürchteter Gefahr
• flee	→ vluchten	↔ flüchten — sich entfernen von einer drohenden Gefahr oder einer unangenehmen Situation
• flee	→ lekken	↔ fuir — S’éloigner à toute vitesse, par peur.
• flee	→ ontgaan; ontkomen; ontsnappen	↔ échapper — Se sauver, fuir

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University