Flake in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

flake:
- schilfer; vlok; dotje; spaander
- pluizen; vlokken; afbladderen; schilferen; afschilferen
Wiktionary:
- flake → opgeven, verraden, afvallig zijn, schilferen, afschilferen
- flake → splinter, lafaard, vlok, schilfer
- flake → nop, pluis, vlok

Engels

Uitgebreide vertaling voor flake (Engels) in het Nederlands

flake:

flake [the ~] zelfstandig naamwoord

the flake (scale)
de schilfer
- schilfer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the flake
de vlok; het dotje
- vlok [de ~] zelfstandig naamwoord
- dotje [het ~] zelfstandig naamwoord
the flake (chip; sliver; shaving)
de spaander
- spaander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to flake werkwoord (flakes, flaked, flaking)

to flake (fluff)
pluizen; vlokken
- pluizen werkwoord (pluis, pluist, pluisde, pluisden, gepluisd)
- vlokken werkwoord (vlok, vlokt, vlokte, vlokten, gevlokt)
to flake (peel)
afbladderen
- afbladderen werkwoord (bladder af, bladdert af, bladderde af, bladderden af, afgebladderd)
to flake (peel off; scale off)
schilferen; afschilferen
- schilferen werkwoord (schilfer, schilfert, schilferde, schilferden, geschilferd)
- afschilferen werkwoord (schilfer af, schilfert af, schilferde af, schilferden af, afgeschilferd)

Conjugations for flake:

present

flake
flake
flakes
flake
flake
flake

simple past

flaked
flaked
flaked
flaked
flaked
flaked

present perfect

have flaked
have flaked
has flaked
have flaked
have flaked
have flaked

past continuous

was flaking
were flaking
was flaking
were flaking
were flaking
were flaking

future

shall flake
will flake
will flake
shall flake
will flake
will flake

continuous present

am flaking
are flaking
is flaking
are flaking
are flaking
are flaking

subjunctive

be flaked
be flaked
be flaked
be flaked
be flaked
be flaked

diverse

flake!
let's flake!
flaked
flaking

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor flake:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afbladderen		blistering off; go off; peeling off
dotje	flake
schilfer	flake; scale
schilferen		peeling
spaander	chip; flake; shaving; sliver
vlok	flake
-	bit; chip; eccentric; eccentric person; fleck; geek; oddball; scrap; snowflake
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afbladderen	flake; peel
afschilferen	flake; peel off; scale off
pluizen	flake; fluff
schilferen	flake; peel off; scale off
vlokken	flake; fluff
-	flake off; peel; peel off
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	chip; splinter

Verwante woorden van "flake":

flaking, flakes

Synoniemen voor "flake":

snowflake; crystal
eccentric; eccentric person; oddball; geek; anomaly; unusual person
bit; chip; fleck; scrap; fragment
form
cover
peel off; peel; flake off; chip; chip off; come off; break away; break off

Verwante definities voor "flake":

a small fragment of something broken off from the whole¹
a person with an unusual or odd personality¹
a crystal of snow¹
come off in flakes or thin small pieces¹
cover with flakes or as if with flakes¹
form into flakes¹
- The substances started to flake¹

Wiktionary: flake

flake

verb

To prove unreliable or impractical; to abandon or desert, to fail to follow through
- flake → opgeven; verraden; afvallig zijn
to break or chip
- flake → schilferen; afschilferen

noun

archaeology: thin stone tool
- flake → splinter
an unreliable person
- flake → lafaard
thin chiplike layer
- flake → vlok; schilfer

flake

noun

een vliesdun loskomend stukje materiaal
- schilfer → flake

Cross Translation:

From	To	Via
• flake	→ nop	↔ Flocke — mehrere, durch Wasser verbundene Eiskristalle
• flake	→ nop; pluis; vlok	↔ flocon — petit touffe, amas léger de laine, de soie, etc.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van flake