Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fisticuffs:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fisticuffs (Engels) in het Nederlands

fisticuffs:

fisticuffs [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fisticuffs (disturbance; revolt; riot; )
    de opstand; de rel; het opstootje; het oproer; het vuistgevecht; het volksoproer
    • opstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opstootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • oproer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vuistgevecht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • volksoproer [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fisticuffs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oproer commotion; disturbance; fisticuffs; pandemonium; rebellion; revolt; riot
opstand commotion; disturbance; fisticuffs; pandemonium; rebellion; revolt; riot rebellion; resistance; revolt; riot
opstootje commotion; disturbance; fisticuffs; pandemonium; rebellion; revolt; riot disorder; disturbance; interference; trouble
rel commotion; disturbance; fisticuffs; pandemonium; rebellion; revolt; riot disorder; disturbance; interference; trouble
volksoproer commotion; disturbance; fisticuffs; pandemonium; rebellion; revolt; riot
vuistgevecht commotion; disturbance; fisticuffs; pandemonium; rebellion; revolt; riot boxing contest; boxing match; price fight
- boxing; fistfight; pugilism; slugfest

Synoniemen voor "fisticuffs":


Verwante definities voor "fisticuffs":

  1. fighting with the fists1
  2. a fight with bare fists1

Wiktionary: fisticuffs

fisticuffs
noun
  1. informal: a fight with the fists

Computer vertaling door derden: