Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- fighter:
- fight:
-
Wiktionary:
- fighter → vechter, vechtsporter, kamper, kampvechter, straaljager, gevechtsvliegtuig, bikkel, bestrijder, strijder, krijger
- fighter → strijder
- fight → strijd, vechtlust, gevecht, boel, ruzie
- fight → bekampen, bevechten, met, vechten, tegen, ijveren, voor, opkomen, uitvechten, strijden, bestrijden, knokken
- fight → combat, bakkeleien, flap, houw, klap, mep, slag, gevecht, kamp, strijd, treffen, veldslag, kampen, strijden, strijd voeren, vechten
Engels
Uitgebreide vertaling voor fighter (Engels) in het Nederlands
fighter:
-
the fighter (combatant; warrior)
-
the fighter (warrior; combatant; wrestler)
-
the fighter (hooligan; bantam; basher; hoodlum)
de ijzervreter; de vechtjas; de vechtersbaas; de kemphaan; de ruziezoeker; de messentrekker; de knokker
Vertaal Matrix voor fighter:
Verwante woorden van "fighter":
Synoniemen voor "fighter":
Verwante definities voor "fighter":
Wiktionary: fighter
fighter
Cross Translation:
noun
-
participant in a martial art
- fighter → vechter; vechtsporter; kamper; kampvechter
-
aircraft type
- fighter → straaljager; gevechtsvliegtuig
-
pugnacious, competetive person
-
person who fights
- fighter → bikkel; bestrijder; kamper; vechter; strijder
-
warrior
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fighter | → strijder | ↔ combattant — Soldat |
fight:
-
to fight (scrap; scuffle)
-
to fight (keep up the struggle; struggle; wage ware; put up a fight)
-
to fight (battle with; combat; contest; quarrel)
-
to fight (mat; quarrel)
-
to fight (combat; struggle)
de strijd aanbinden-
de strijd aanbinden werkwoord (bind de strijd aan, bindt de strijd aan, bond de strijd aan, bonden de stijd aan, de strijd aangebonden)
-
Conjugations for fight:
present
- fight
- fight
- fights
- fight
- fight
- fight
simple past
- fought
- fought
- fought
- fought
- fought
- fought
present perfect
- have fought
- have fought
- has fought
- have fought
- have fought
- have fought
past continuous
- was fighting
- were fighting
- was fighting
- were fighting
- were fighting
- were fighting
future
- shall fight
- will fight
- will fight
- shall fight
- will fight
- will fight
continuous present
- am fighting
- are fighting
- is fighting
- are fighting
- are fighting
- are fighting
subjunctive
- be fought
- be fought
- be fought
- be fought
- be fought
- be fought
diverse
- fight!
- let's fight!
- fought
- fighting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the fight (scuffle; tussle)
-
the fight (game of rough-and-tumble; romp; romping)
Vertaal Matrix voor fight:
Verwante woorden van "fight":
Synoniemen voor "fight":
Verwante definities voor "fight":
Wiktionary: fight
fight
Cross Translation:
noun
verb
fight
verb
-
de strijd aanbinden met iets of iemand
-
de strijd aanbinden met iets/iemand
-
vechten
-
(figuurlijk) vechten
-
ondanks weerstand een doel proberen te bereiken
-
strijd leveren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fight | → combat | ↔ bevechten — de strijd aanbinden met iets/iemand |
• fight | → bakkeleien | ↔ streiten — (sich mit jemandem um etwas streiten) einen aggressiven Kampf führen, um etwas zu erlangen |
• fight | → flap; houw; klap; mep; slag; gevecht; kamp; strijd; treffen; veldslag | ↔ bataille — guerre|fr combat général entre deux armées. |
• fight | → kampen; strijden; strijd voeren; vechten | ↔ batailler — livrer de petits combats. |
• fight | → gevecht; kamp; slag; strijd; treffen; veldslag | ↔ combat — action par laquelle on attaquer et l’on se défendre. |
• fight | → kampen; strijden; strijd voeren; vechten | ↔ combattre — attaquer son ennemi, ou en soutenir l’attaque. |
• fight | → kampen; strijden; strijd voeren; vechten | ↔ lutter — Traductions à trier |
Computer vertaling door derden: