Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- fierceness:
-
fierce:
- heftig; krachtig; erg; hevig; fel; verwoed; intensief; intens; felle; hartstochtelijk; gepassioneerd; temperamentvol; vurig; heetbloedig; stormachtig; warmbloedig; onstuimig; onbeheerst; verbitterd; bitter teleurgesteld; kwaad; boos; furieus; woedend; hels; razend; nijdig; woest; dol; laaiend; tierend; ziedend; kokend
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor fierceness (Engels) in het Nederlands
fierceness:
Vertaal Matrix voor fierceness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
felheid | fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence | intensity; power; strength; vigor; vigour |
gedrevenheid | fierceness; intensity; vehemence; violence | effusiveness; enthusiasm; exuberance; rapture; ravishment |
heftigheid | fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence | bad temper; fieriness; vehemence |
hevigheid | fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence | |
intensiteit | fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence | saturation |
kracht | fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence | ability; authority; capacity; courage; drive; energy; fiber; fibre; force; fortitude; gin; impetus; intensity; jenever; momentum; power; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; vigor; vigour |
- | ferocity; furiousness; fury; vehemence; violence; wildness | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kracht | power |
Verwante woorden van "fierceness":
Synoniemen voor "fierceness":
Verwante definities voor "fierceness":
fierceness vorm van fierce:
-
fierce (violent; intense; severe; strong)
-
fierce (intense; ardent; passionate; violent; heated)
-
fierce (intense; vehement; heavy; violent)
-
fierce
-
fierce (passionate; temperamentful; hot-tempered; fervent; hot-blooded; intense; ardent; temperamental)
hartstochtelijk; gepassioneerd; temperamentvol; vurig; heetbloedig; stormachtig; warmbloedig-
hartstochtelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gepassioneerd bijvoeglijk naamwoord
-
temperamentvol bijvoeglijk naamwoord
-
vurig bijvoeglijk naamwoord
-
heetbloedig bijvoeglijk naamwoord
-
stormachtig bijvoeglijk naamwoord
-
warmbloedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (tempestuous; furious; boisterousness)
heftig; onstuimig; onbeheerst-
heftig bijvoeglijk naamwoord
-
onstuimig bijvoeglijk naamwoord
-
onbeheerst bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (embittered; exasperated)
verbitterd; bitter teleurgesteld-
verbitterd bijvoeglijk naamwoord
-
bitter teleurgesteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (furious; mad; upset; annoyed; enraged; raging; infuriated; irate)
kwaad; boos; furieus; woedend; hels; razend; nijdig; woest; dol; laaiend; tierend-
kwaad bijvoeglijk naamwoord
-
boos bijvoeglijk naamwoord
-
furieus bijvoeglijk naamwoord
-
woedend bijvoeglijk naamwoord
-
hels bijvoeglijk naamwoord
-
razend bijvoeglijk naamwoord
-
nijdig bijvoeglijk naamwoord
-
woest bijvoeglijk naamwoord
-
dol bijvoeglijk naamwoord
-
laaiend bijvoeglijk naamwoord
-
tierend bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (seething; savage; wild)