Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fiasco:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fiasco (Engels) in het Nederlands

fiasco:

fiasco [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fiasco (failure; flop; defeat; fall-through; let down)
    de mislukking; het echec; de flop; de afgang; het fiasco; de misser
    • mislukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • echec [het ~] zelfstandig naamwoord
    • flop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fiasco [het ~] zelfstandig naamwoord
    • misser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fiasco:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgang defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down bank; disgrace; flop; incline; slope; talus
echec defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down
fiasco defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down blow; comedown; disappointment; letdown; mishap
flop defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down blow; comedown; disappointment; letdown; mishap
mislukking defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down
misser defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake
- debacle

Verwante woorden van "fiasco":

  • fiascoes

Synoniemen voor "fiasco":


Verwante definities voor "fiasco":

  1. a sudden and violent collapse1

Verwante vertalingen van fiasco