Engels

Uitgebreide vertaling voor fearless (Engels) in het Nederlands

fearless:

fearless bijvoeglijk naamwoord

  1. fearless (undaunted; audacious; dashing; )
    stoutmoedig; koen; onbeducht; onverschrokken; onbevreesd; vermetel; manmoedig; onvervaard; kranig
  2. fearless (intrepid)
    onverschrokken; koelbloedig
  3. fearless (undaunted; dauntless; intrepid; without fear)
    onverschrokken; onversaagd; zonder vrees
  4. fearless (dauntless; undaunted; without fear)
    zonder angst

Vertaal Matrix voor fearless:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koelbloedig fearless; intrepid dry-eyed; impassive; unaffected; unmoved
koen audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted
kranig audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted
manmoedig audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted
onbevreesd audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted
onversaagd dauntless; fearless; intrepid; undaunted; without fear
onverschrokken audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; intrepid; manful; unabashed; undaunted; without fear bold; brave; courageous; heroic; heroical; valiant
onvervaard audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted
stoutmoedig audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted bold; brave; candid; courageous; frank; heroic; heroical; unabashed; uninhibited; valiant
vermetel audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted audacious; daredevil; daring; foolhardy; light-headed; overconfident; presumptuous; rash; reckless; temerarious
- audacious; brave; dauntless; hardy; intrepid; unafraid; unfearing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbeducht audacious; bold; daring; dashing; dauntless; fearless; manful; unabashed; undaunted
zonder angst dauntless; fearless; undaunted; without fear
zonder vrees dauntless; fearless; intrepid; undaunted; without fear

Verwante woorden van "fearless":


Synoniemen voor "fearless":


Antoniemen van "fearless":


Verwante definities voor "fearless":

  1. oblivious of dangers or perils or calmly resolute in facing them1
  2. invulnerable to fear or intimidation1
    • fearless reporters and photographers1

Wiktionary: fearless

fearless
adjective
  1. free from fear

Cross Translation:
FromToVia
fearless dapper; driest; koen; brutaal; impertinent hardi — Qui ose beaucoup.
fearless onvervaard; onverschrokken; stoutmoedig impavide — Qui ne ressent pas ou n’exprime pas la peur.