Engels

Uitgebreide vertaling voor fascinating (Engels) in het Nederlands

fascinating:

fascinating bijvoeglijk naamwoord

  1. fascinating (intriguing; enchanting; captivating)
    fascinerend; boeiend; integrerend
  2. fascinating
    fascinerende; boeiende
  3. fascinating
    meeslepend; zeer boeiend
  4. fascinating (exciting; stirring; touching; thrilling; moving)
    boeiend; aangrijpend; pakkend

Vertaal Matrix voor fascinating:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangrijpend exciting; fascinating; moving; stirring; thrilling; touching compelling; emotional; gripping; heart rending; heart warming; moving; stirring; thrilling; touching
boeiend captivating; enchanting; exciting; fascinating; intriguing; moving; stirring; thrilling; touching moving; sensational; stirring; stunning; thrilling; touching
fascinerend captivating; enchanting; fascinating; intriguing compelling
integrerend captivating; enchanting; fascinating; intriguing
meeslepend fascinating moving; sensational; stirring; stunning; thrilling; touching
- absorbing; bewitching; captivating; enchanting; engrossing; enthralling; entrancing; gripping; riveting
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boeiende fascinating
fascinerende fascinating
pakkend exciting; fascinating; moving; stirring; thrilling; touching moving; sensational; stirring; stunning; thrilling; touching
zeer boeiend fascinating

Verwante woorden van "fascinating":


Synoniemen voor "fascinating":


Verwante definities voor "fascinating":

  1. capturing interest as if by a spell1
    • a fascinating woman1
  2. capable of arousing and holding the attention1
    • a fascinating story1

Wiktionary: fascinating


Cross Translation:
FromToVia
fascinating boeiend; opwindend captivant — Qui captiver.
fascinating boeiend; betoverend; fascinerend; opwindend passionnant — Qui passionne, qui est propre à passionner.

fascinating vorm van fascinate:

to fascinate werkwoord (fascinates, fascinated, fascinating)

  1. to fascinate (intrigue; captivate; enchant; enthral; enthrall)
    intrigeren; fascineren; boeien
    • intrigeren werkwoord (intrigeer, intrigeert, intrigeerde, intrigeerden, geïntrigeerd)
    • fascineren werkwoord (fascineer, fascineert, fascineerde, fascineerden, gefascineerd)
    • boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)
  2. to fascinate (charm; enchant; delight; allure)
    bevallen; bekoren
    • bevallen werkwoord (beval, bevalt, beviel, bevielen, bevallen)
    • bekoren werkwoord (bekoor, bekoort, bekoorde, bekoorden, bekoord)
  3. to fascinate (make happy; delight; gladden; )
    verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken
    • verheugd werkwoord
    • verblijden werkwoord (verblijd, verblijdt, verblijdde, verblijdden, verblijd)
    • plezieren werkwoord (plezier, pleziert, plezierde, plezierden, geplezierd)
    • in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)
    • verrukken werkwoord (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)

Conjugations for fascinate:

present
  1. fascinate
  2. fascinate
  3. fascinates
  4. fascinate
  5. fascinate
  6. fascinate
simple past
  1. fascinated
  2. fascinated
  3. fascinated
  4. fascinated
  5. fascinated
  6. fascinated
present perfect
  1. have fascinated
  2. have fascinated
  3. has fascinated
  4. have fascinated
  5. have fascinated
  6. have fascinated
past continuous
  1. was fascinating
  2. were fascinating
  3. was fascinating
  4. were fascinating
  5. were fascinating
  6. were fascinating
future
  1. shall fascinate
  2. will fascinate
  3. will fascinate
  4. shall fascinate
  5. will fascinate
  6. will fascinate
continuous present
  1. am fascinating
  2. are fascinating
  3. is fascinating
  4. are fascinating
  5. are fascinating
  6. are fascinating
subjunctive
  1. be fascinated
  2. be fascinated
  3. be fascinated
  4. be fascinated
  5. be fascinated
  6. be fascinated
diverse
  1. fascinate!
  2. let's fascinate!
  3. fascinated
  4. fascinating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor fascinate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekoren alluring; attracting; charming; inviting; tempting
boeien fetter; handcuffs; irons; manacles
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekoren allure; charm; delight; enchant; fascinate
bevallen allure; charm; delight; enchant; fascinate bred; bring a child into the world; bring forth; calve; enjoy; give birth; give birth to; like; litter; love; please; pleasures; suit
blij maken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish cheer up; comfort; gladden; make someone glad; make someone happy; oblige someone with; please
boeien captivate; enchant; enthral; enthrall; fascinate; intrigue captivate; chain; enchain; enthral; enthrall; keep one's attention on something; shackle
fascineren captivate; enchant; enthral; enthrall; fascinate; intrigue
in verrukking brengen brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
intrigeren captivate; enchant; enthral; enthrall; fascinate; intrigue connive; scheme
plezieren brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish enjoy; love; please; pleasures; suit
verblijden brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
verheugd brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
verrukken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
- grip; intrigue; spellbind; transfix
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verheugd delighted; glad; happy; pleased; satisfied
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken entrance
- charm; enchant; infatuate

Verwante woorden van "fascinate":


Synoniemen voor "fascinate":


Verwante definities voor "fascinate":

  1. to render motionless, as with a fixed stare or by arousing terror or awe1
    • The snake charmer fascinates the cobra1
  2. cause to be interested or curious1

Wiktionary: fascinate

fascinate
verb
  1. fascineren
  2. iemands aandacht vasthouden

Cross Translation:
FromToVia
fascinate enthousiasmeren; boeien faszinieren — fesselnde Wirkung haben
fascinate bekoren; charmeren; in verrukking brengen; verrukken; buitmaken; plunderen; roven; stropen; ontroven ravirenlever de force, emporter avec violence.