Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faggot:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor faggot (Engels) in het Nederlands

faggot:

faggot [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the faggot (gay; sissy; queer; fagot)
    de flikker; het mietje; de poot; de nicht; de homo
    • flikker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mietje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • poot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nicht [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • homo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the faggot (fascine; fagot)
    de takkenbos

Vertaal Matrix voor faggot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flikker faggot; fagot; gay; queer; sissy
homo faggot; fagot; gay; queer; sissy homosexual
mietje faggot; fagot; gay; queer; sissy
nicht faggot; fagot; gay; queer; sissy cousin; grand-niece; niece
poot faggot; fagot; gay; queer; sissy chassis; foot; hand; leg; palm; paw; stand; support
takkenbos faggot; fagot; fascine
- fagot
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- faggot up; fagot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
homo gay; homosexual; pansy; queer; sissy

Synoniemen voor "faggot":


Verwante definities voor "faggot":

  1. a bundle of sticks and branches bound together1
  2. bind or tie up in or as if in a faggot1
  3. fasten together rods of iron in order to heat or weld them1
  4. ornament or join (fabric) by faggot stitch1

Wiktionary: faggot

faggot
noun
  1. houtstapel waarop lijken, misdadigers, ketters, heksen of andersdenkende vervolgden werden verbrand

Cross Translation:
FromToVia
faggot flikker Schwulerkann abwertend sein: Homosexueller; jemand, der schwul ist