Extra in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

extra:
- extra; toegevoegd
- figurant; figurante; toegift; toevoeging; appendix; aanvulling; addendum; aanhangsel; supplement; bijvoegsel; toevoegsel; voordeel
- meer; extra; aanvullend
Wiktionary:
- extra → extra
- extra → additioneel, extra, supplementair, figurant, nevenfiguur, aanvullend, meer, nog een
Gebruikers suggesties voor extra:
- bijkomende

Engels

Uitgebreide vertaling voor extra (Engels) in het Nederlands

extra:

extra bijvoeglijk naamwoord

extra (specially added)
extra; toegevoegd
- extra bijvoeglijk naamwoord
- toegevoegd bijvoeglijk naamwoord

extra [the ~] zelfstandig naamwoord

the extra
de figurant; figurante
- figurant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- figurante [znw.] zelfstandig naamwoord
the extra
de toegift
- toegift [de ~] zelfstandig naamwoord
the extra (addendum; addition; appendix; supplement; affix; appendage)
de toevoeging; de appendix; de aanvulling; het addendum; het aanhangsel; het supplement; het bijvoegsel; het toevoegsel
- toevoeging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- appendix [de ~] zelfstandig naamwoord
- aanvulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- addendum [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanhangsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- supplement [het ~] zelfstandig naamwoord
- bijvoegsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- toevoegsel [het ~] zelfstandig naamwoord
the extra (bonus)
het voordeel
- voordeel [het ~] zelfstandig naamwoord

extra bijvoeglijk naamwoord

extra (additional)

– further or added ¹
meer; extra
– nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk ²
- meer bijvoeglijk naamwoord
  - ik kreeg meer geld dan vorige week²
- extra bijvoeglijk naamwoord
  - hij kreeg extra zakgeld²
aanvullend
- aanvullend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor extra:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanhangsel	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement
aanvulling	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	annex; appendix; completion; enclosure; enlargement; expansion; extension; fill up; growth; increase; inset; new supply; replenishment; supplement
addendum	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	addendum
appendix	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	vermiform appendix
bijvoegsel	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	addition to; extension
figurant	extra
figurante	extra
meer		lake; pond
supplement	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	completion; fill up; new supply; replenishment; supplement
toegift	extra
toevoeging	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	addition; addition to; additive; extension
toevoegsel	addendum; addition; affix; appendage; appendix; extra; supplement	addition
voordeel	bonus; extra	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; sheer luck; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall
-	duplicate; spear carrier; supernumerary
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvullend	additional; extra	complementary; supplementary
extra	additional; extra; specially added
meer	additional; extra	more
toegevoegd	extra; specially added
-	excess; redundant; spare; special; supererogatory; superfluous; supernumerary; surplus

Verwante woorden van "extra":

extras

Synoniemen voor "extra":

excess; redundant; spare; supererogatory; superfluous; supernumerary; surplus; unnecessary; unneeded
special; unscheduled
additional; additive
supernumerary; spear carrier; actor; histrion; player; thespian; role player
edition
duplicate; artifact; artefact

Verwante definities voor "extra":

further or added¹
- need extra help¹
- an extra pair of shoes¹
more than is needed, desired, or required¹
- found some extra change lying on the dresser¹
- extra ribs as well as other supernumerary internal parts¹
added to a regular schedule¹
unusually or exceptionally¹
- an extra fast car¹
something additional of the same kind¹
- he always carried extras in case of an emergency¹
an additional edition of a newspaper (usually to report a crisis)¹
a minor actor in crowd scenes¹

Wiktionary: extra

extra

adverb

to an extraordinary degree
- extra → extra

Cross Translation:

From	To	Via
• extra	→ additioneel; extra; supplementair	↔ additionnel — Qui est ajouté.
• extra	→ figurant; nevenfiguur	↔ figurant — Personnage muet et secondaire de théâtre ou de cinéma
• extra	→ supplementair; aanvullend; extra; meer; nog een; additioneel	↔ supplémentaire — Qui sert de supplément, qui s’ajouter.

Verwante vertalingen van extra

Remove Ads

Vertaal extra van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor extra (Engels) in het Nederlands

extra:

extra bijvoeglijk naamwoord

extra (specially added)

extra [the ~] zelfstandig naamwoord

the extra

the extra

the extra (addendum; addition; appendix; supplement; affix; appendage)

the extra (bonus)

extra bijvoeglijk naamwoord

extra (additional)

Vertaal Matrix voor extra:

Verwante woorden van "extra":

Synoniemen voor "extra":

Verwante definities voor "extra":

Wiktionary: extra

Verwante vertalingen van extra