Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- explorer:
- explore:
-
Wiktionary:
- explorer → ontdekkingsreiziger, ontdekker, verkenner
- explorer → verkenner
- explore → exploreren, verkenning, diagnosticeren, verkennen, aftasten, uitzoeken, uitpluizen, navorsen, napluizen, bestuderen, onderzoeken
- explore → exploreren, onderzoeken, uitzoeken, nagaan, uitvissen, vorsen, tasten, betasten, voelen, bevoelen, peuteren, pulken, vingeren
-
Gebruikers suggesties voor explorer:
- ontdekker
Engels
Uitgebreide vertaling voor explorer (Engels) in het Nederlands
explorer:
-
the explorer
-
the explorer
– someone who travels into little known regions (especially for some scientific purpose) 1
Vertaal Matrix voor explorer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ontdekkingsreiziger | explorer | |
sonde | explorer | probe |
- | adventurer |
Verwante woorden van "explorer":
Synoniemen voor "explorer":
Verwante definities voor "explorer":
Wiktionary: explorer
explorer
Cross Translation:
noun
explorer
-
person who by expedition seeks new information
- explorer → ontdekkingsreiziger; ontdekker
-
person who explores
- explorer → verkenner
noun
-
een leider of verantwoordelijke van een groep mensen die vaak in opdracht op zoek ging naar gebieden of plaatsen die voor de cultuur waar hij toe behoorde onbekend waren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• explorer | → verkenner | ↔ Forscher — eine Person, die wissenschaftliche Zusammenhänge untersucht |
• explorer | → verkenner | ↔ explorateur — personne qui explorer afin de découvrir de nouveaux lieux géographiques. |
explorer vorm van explore:
Conjugations for explore:
present
- explore
- explore
- explores
- explore
- explore
- explore
simple past
- explored
- explored
- explored
- explored
- explored
- explored
present perfect
- have explored
- have explored
- has explored
- have explored
- have explored
- have explored
past continuous
- was exploring
- were exploring
- was exploring
- were exploring
- were exploring
- were exploring
future
- shall explore
- will explore
- will explore
- shall explore
- will explore
- will explore
continuous present
- am exploring
- are exploring
- is exploring
- are exploring
- are exploring
- are exploring
subjunctive
- be explored
- be explored
- be explored
- be explored
- be explored
- be explored
diverse
- explore!
- let's explore!
- explored
- exploring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor explore:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftasten | feeling; scanning; sensing | |
afvoelen | feeling; scanning; sensing | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aftasten | explore; frisk; prospect; scan | |
afvoelen | explore; frisk; scan | |
bevoelen | explore; prospect; scan | feel; grope; touch |
exploreren | explore | |
koloniseren | colonise; colonize; develop; establish; explore; found; ground; lay the foundations; open up; prospect; scan; settle | |
onderzoeken | explore | check; control; examine; inquire; inspect; investigate; research; study; test; try; verify |
settelen | colonise; colonize; develop; establish; explore; found; ground; lay the foundations; open up; prospect; scan; settle | |
verkennen | explore | |
vestigen | colonise; colonize; develop; establish; explore; found; ground; lay the foundations; open up; prospect; scan; settle | |
- | research; search |
Verwante woorden van "explore":
Synoniemen voor "explore":
Verwante definities voor "explore":
Wiktionary: explore
explore
Cross Translation:
verb
explore
-
to be enagaged exploring in any of the above senses
- explore → exploreren; verkenning
-
to examine diagnostically
- explore → diagnosticeren
-
to (seek) experience first hand
- explore → verkennen; exploreren
-
to examine or investigate something systematically
- explore → aftasten; uitzoeken; uitpluizen; navorsen; exploreren; napluizen; bestuderen; onderzoeken
-
to travel somewhere in search of discovery
- explore → exploreren; verkennen
verb
-
(overgankelijk) een onbekend gebied verkennen
-
(overgankelijk) ter plaatse kennis verwerven van de gesteldheid van iets
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• explore | → exploreren; onderzoeken; uitzoeken; nagaan; uitvissen; vorsen | ↔ explorer — parcourir une région inconnue qu’on venir de découvrir pour en connaître la situation, l’étendue, les mœurs, etc. |
• explore | → tasten; betasten; voelen; bevoelen; peuteren; pulken; vingeren | ↔ tâter — toucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc. |