Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
explicit:
- expliciet; nadrukkelijk; uitdrukkelijk; met nadruk; met klem; klemmend; uitgesproken; geprononceerd; onmiskenbaar; ondubbelzinnig; markant; opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend; rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen
-
Wiktionary:
- explicit → expliciet, uitdrukkelijk
- explicit → expliciet, uitdrukkelijk, klaar, hel, helder, licht, lichtend, duidelijk, uitgesproken, zuiver, doorzichtig, transparant
Engels
Uitgebreide vertaling voor explicit (Engels) in het Nederlands
explicit:
-
explicit
-
explicit (emphatic; with emphasis)
nadrukkelijk; uitdrukkelijk; met nadruk; met klem; klemmend-
nadrukkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
uitdrukkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
met nadruk bijvoeglijk naamwoord
-
met klem bijvoeglijk naamwoord
-
klemmend bijvoeglijk naamwoord
-
-
explicit (distinct; unmistakable; definite; clear-cut)
uitgesproken; geprononceerd; onmiskenbaar; ondubbelzinnig; markant-
uitgesproken bijvoeglijk naamwoord
-
geprononceerd bijvoeglijk naamwoord
-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
ondubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
markant bijvoeglijk naamwoord
-
-
explicit (striking; remarkable; notable; conspicuous; obvious; outstanding; distinct; pronounced; unmistakable)
opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend-
opmerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
opvallend bijvoeglijk naamwoord
-
saillant bijvoeglijk naamwoord
-
opmerkenswaardig bijvoeglijk naamwoord
-
frappant bijvoeglijk naamwoord
-
in het oog springend bijvoeglijk naamwoord
-
treffend bijvoeglijk naamwoord
-
in het oog lopend bijvoeglijk naamwoord
-
-
explicit (crude; straightforward; frank; outspoken; blunt; straight; overt; openly; square; plain)
rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen-
rechttoe rechtaan bijvoeglijk naamwoord
-
openlijk bijvoeglijk naamwoord
-
cru bijvoeglijk naamwoord
-
onomwonden bijvoeglijk naamwoord
-
onverbloemd bijvoeglijk naamwoord
-
onverholen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor explicit:
Verwante woorden van "explicit":
Synoniemen voor "explicit":
Antoniemen van "explicit":
Verwante definities voor "explicit":
Wiktionary: explicit
explicit
Cross Translation:
adjective
-
containing material that might be deemed offensive
- explicit → expliciet
-
very specific
- explicit → expliciet; uitdrukkelijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• explicit | → expliciet; uitdrukkelijk | ↔ ausdrücklich — klar und deutlich gesagt, entschieden geäußert |
• explicit | → klaar; hel; helder; licht; lichtend; duidelijk; uitgesproken; zuiver | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• explicit | → doorzichtig; transparant; duidelijk; helder; klaar; uitgesproken; zuiver | ↔ limpide — Qui est clair, transparent. |