Expecting in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

expecting:
- zwanger; in verwachting
expect:
- verwachten; uitkijken naar; tegemoetzien; vooruitzien
Wiktionary:
- expecting → zwanger, drachtig, in verwachting
- expect → uitkijken, verwachten
- expect → verwachten, rekenen, wachten, te wachten staan

Engels

Uitgebreide vertaling voor expecting (Engels) in het Nederlands

expecting:

expecting bijvoeglijk naamwoord

expecting (pregnant)
zwanger; in verwachting
- zwanger bijvoeglijk naamwoord
- in verwachting bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor expecting:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zwanger	expecting; pregnant
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
in verwachting	expecting; pregnant

Verwante woorden van "expecting":

expect

Wiktionary: expecting

Cross Translation:

From	To	Via
• expecting	→ zwanger	↔ schwanger — in dem Zustand, in dem ein Embryo (nach Herausbildung der inneren Organe ein Fötus) im Körper heranreift
• expecting	→ drachtig; in verwachting; zwanger	↔ enceinte — Qui est en état de grossesse, quasiment toujours parler de la femme.

expecting vorm van expect:

to expect werkwoord (expects, expected, expecting)

to expect (anticipate; look forward to; look forward)
verwachten; uitkijken naar; tegemoetzien; vooruitzien
- verwachten werkwoord (verwacht, verwachtte, verwachtten, verwacht)
- uitkijken naar werkwoord (kijk uit naar, kijkt uit naar, keek uit naar, keken uit naar, uitgekeken naar)
- tegemoetzien werkwoord (zie tegemoet, ziet tegemoet, zag tegemoet, zagen tegemoet, tegemoet gezien)
- vooruitzien werkwoord (zie vooruit, ziet vooruit, zag vooruit, zagen vooruit, vooruitgezien)

Conjugations for expect:

present

expect
expect
expects
expect
expect
expect

simple past

expected
expected
expected
expected
expected
expected

present perfect

have expected
have expected
has expected
have expected
have expected
have expected

past continuous

was expecting
were expecting
was expecting
were expecting
were expecting
were expecting

future

shall expect
will expect
will expect
shall expect
will expect
will expect

continuous present

am expecting
are expecting
is expecting
are expecting
are expecting
are expecting

subjunctive

be expected
be expected
be expected
be expected
be expected
be expected

diverse

expect!
let's expect!
expected
expecting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor expect:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tegemoetzien	anticipate; expect; look forward; look forward to
uitkijken naar	anticipate; expect; look forward; look forward to	be on the lookout; keep an eye out; look out for; watch for; watch out
verwachten	anticipate; expect; look forward; look forward to
vooruitzien	anticipate; expect; look forward; look forward to
-	anticipate; ask; await; bear; carry; gestate; have a bun in the oven; look; require; wait
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	count on; count upon; look forward to; wait

Verwante woorden van "expect":

expecting

Synoniemen voor "expect":

anticipate; evaluate; pass judgment; judge
ask; require; demand
look; await; wait
see; consider; reckon; view; regard
have a bun in the oven; bear; carry; gestate; give birth; deliver; birth; have
look; await; wait

Verwante definities voor "expect":

be pregnant with¹
- The are expecting another child in January¹
look forward to the birth of a child¹
- She is expecting in March¹
consider reasonable or due¹
- I'm expecting a full explanation as to why these files were destroyed¹
regard something as probable or likely¹
- The meteorologists are expecting rain for tomorrow¹
look forward to the probable occurrence of¹
- We were expecting a visit from our relatives¹
consider obligatory; request and expect¹
- I expect my students to arrive in time for their lessons¹

Wiktionary: expect

expect

verb

met verlangen op iets wachten
- uitkijken → await; expect
ergens vanuit gaan
- verwachten → expect

Cross Translation:

From	To	Via
• expect	→ verwachten	↔ erwarten — auf jmdn./etw. warten, dem Eintreffen von etwas entgegensehen; denken, dass etwas kommen/passieren wird
• expect	→ rekenen	↔ rechnen — rechnen mit: stark vermuten, dass etwas geschehen wird; voraussehen
• expect	→ wachten; verwachten; te wachten staan	↔ attendre — Ne pas bouger, rester là où l’on est pour la venue de quelque chose ou de quelqu’un.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal expecting van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor expecting (Engels) in het Nederlands

expecting:

expecting bijvoeglijk naamwoord

expecting (pregnant)

Vertaal Matrix voor expecting:

Verwante woorden van "expecting":

Wiktionary: expecting

expecting vorm van expect:

to expect werkwoord (expects, expected, expecting)

to expect (anticipate; look forward to; look forward)

Conjugations for expect:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor expect:

Verwante woorden van "expect":

Synoniemen voor "expect":

Verwante definities voor "expect":

Wiktionary: expect