Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- excessive:
- excess:
-
Wiktionary:
- excessive → overmatig, excessief, overdadig
- excess → overtreffen, teveel
- excess → overvloed, weelderigheid, buitensporigheid, exces, overdaad, uitspatting, uitwas
Engels
Uitgebreide vertaling voor excessive (Engels) in het Nederlands
excessive:
-
excessive (outrageous; extravagant; unprecedented; exorbitant)
-
excessive (exaggerated; overdone)
-
excessive (affected; exaggerated; overdone; theatrical; immoderate; exorbitant)
overdreven; theatraal; aanstellerig-
overdreven bijvoeglijk naamwoord
-
theatraal bijvoeglijk naamwoord
-
aanstellerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
excessive (extreme)
extreem; bovenmatig; uitermate; buitensporig; buitengemeen; mateloos; tomeloos-
extreem bijvoeglijk naamwoord
-
bovenmatig bijvoeglijk naamwoord
-
uitermate bijwoord
-
buitensporig bijvoeglijk naamwoord
-
buitengemeen bijvoeglijk naamwoord
-
mateloos bijvoeglijk naamwoord
-
tomeloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
excessive (outrageous; extravagant; flamboyant; extortionate; exorbitant; prohibitive)
buitengewoon; extravagant; buitensporig; buitenissig-
buitengewoon bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
buitensporig bijvoeglijk naamwoord
-
buitenissig bijvoeglijk naamwoord
-
-
excessive (exorbitant)
Vertaal Matrix voor excessive:
Verwante woorden van "excessive":
Synoniemen voor "excessive":
Verwante definities voor "excessive":
excessive vorm van excess:
-
excess (superfluous; surplus)
overtollig-
overtollig bijvoeglijk naamwoord
-
-
the excess (exuberance; overflow; profusion)
-
the excess (excrescence)
-
the excess (lawlessness; debauchery; extravagance; dissipation; licentiousness)
-
the excess (splurge; extravagance)
Vertaal Matrix voor excess:
Verwante woorden van "excess":
Synoniemen voor "excess":
Verwante definities voor "excess":
Wiktionary: excess
excess
Cross Translation:
noun
excess
-
degree by which one thing exceeds another
- excess → overtreffen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• excess | → overvloed; weelderigheid; buitensporigheid; exces; overdaad; uitspatting; uitwas | ↔ excès — Ce qui est en trop. |