Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- excepting:
- except:
-
Wiktionary:
- except → behalve
- except → bezwaar hebben, protesteren, bezwaar maken, uitzonderen, uitsluiten
- except → behalve
- except → uitzonderen, ontslaan, vrijstellen, behalve
Engels
Uitgebreide vertaling voor excepting (Engels) in het Nederlands
excepting:
-
excepting (except; except for; with the exception of; outside of; exclusive of; to the exclusion of; but; save)
behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van; buiten-
behalve bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezonderd bijvoeglijk naamwoord
-
met uitsluiting van bijvoeglijk naamwoord
-
buiten bijvoeglijk naamwoord
-
-
excepting (unless; except; barring)
-
the excepting
Vertaal Matrix voor excepting:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uitzonderen | excepting | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uitzonderen | except | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uitgezonderd | barring; but; except; except for; excepting; exclusive of; outside of; save; to the exclusion of; unless; with the exception of | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
behalve | but; except; except for; excepting; exclusive of; outside of; save; to the exclusion of; with the exception of | in spite of; irrespective; regardless |
buiten | but; except; except for; excepting; exclusive of; outside of; save; to the exclusion of; with the exception of | exclusive; in the country; in the open; into nature; out of; out-of-doors; outside; without |
met uitsluiting van | but; except; except for; excepting; exclusive of; outside of; save; to the exclusion of; with the exception of | |
tenzij | barring; except; excepting; unless |
Verwante woorden van "excepting":
except:
-
except (except for; with the exception of; outside of; excepting; exclusive of; to the exclusion of; but; save)
behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van; buiten-
behalve bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezonderd bijvoeglijk naamwoord
-
met uitsluiting van bijvoeglijk naamwoord
-
buiten bijvoeglijk naamwoord
-
-
except (unless; excepting; barring)
Conjugations for except:
present
- except
- except
- excepts
- except
- except
- except
simple past
- excepted
- excepted
- excepted
- excepted
- excepted
- excepted
present perfect
- have excepted
- have excepted
- has excepted
- have excepted
- have excepted
- have excepted
past continuous
- was excepting
- were excepting
- was excepting
- were excepting
- were excepting
- were excepting
future
- shall except
- will except
- will except
- shall except
- will except
- will except
continuous present
- am excepting
- are excepting
- is excepting
- are excepting
- are excepting
- are excepting
subjunctive
- be excepted
- be excepted
- be excepted
- be excepted
- be excepted
- be excepted
diverse
- except!
- let's except!
- excepted
- excepting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor except:
Verwante woorden van "except":
Synoniemen voor "except":
Antoniemen van "except":
Verwante definities voor "except":
Wiktionary: except
except
Cross Translation:
en-prep
except
-
with the exception of
- except → behalve
-
to take exception, to object to
- except → bezwaar hebben; protesteren; bezwaar maken
-
to exclude
- except → uitzonderen; uitsluiten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• except | → uitzonderen | ↔ excepter — désigner une personne ou une chose comme n’étant pas comprendre dans un nombre, dans une règle ou dans une situation où il sembler qu’elle devoir l’être. |
• except | → ontslaan; vrijstellen; uitzonderen | ↔ exempter — rendre exempt, affranchir de quelque chose. |
• except | → behalve | ↔ sauf que — sous la réserve que, excepté que. |