Evilly in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

evil:
- moeilijkheden; ongeluk; ellende; ramp; onheil; malheur; tegenslag; rampspoed; terugslag; pech; onspoed; tegenspoed
- boosaardig; slecht
Wiktionary:
- evil → kwaad, slechte, euvel, kwade
- evil → slecht, kwaadaardig, boosaardig, kwaad, euvel, boos
- evil → kwaad, boos, pijn, kwaadaardig, slecht, verkeerd, beroerd, kwalijk, misdadig

Engels

Uitgebreide vertaling voor evilly (Engels) in het Nederlands

evilly:

Vertaal Matrix voor evilly:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	wickedly

Synoniemen voor "evilly":

wickedly

Verwante definities voor "evilly":

in a wicked evil manner¹
- grin evilly¹

evilly vorm van evil:

evil [the ~] zelfstandig naamwoord

the evil (calamity; accident; disaster; adversity; misery; misfortune; tribulation; trouble; destitution; bad luck; squalor; misère; reverse)
moeilijkheden; ongeluk; ellende; ramp; onheil; malheur; tegenslag; rampspoed; terugslag; pech; onspoed; tegenspoed
- moeilijkheden [znw.] zelfstandig naamwoord
- ongeluk [znw.] zelfstandig naamwoord
- ellende [znw.] zelfstandig naamwoord
- ramp [znw.] zelfstandig naamwoord
- onheil [znw.] zelfstandig naamwoord
- malheur [znw.] zelfstandig naamwoord
- tegenslag [znw.] zelfstandig naamwoord
- rampspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
- terugslag [znw.] zelfstandig naamwoord
- pech [znw.] zelfstandig naamwoord
- onspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
- tegenspoed [znw.] zelfstandig naamwoord

evil

evil
boosaardig; slecht
- boosaardig
- slecht

Vertaal Matrix voor evil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ellende	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; dearth; destitution; hardship; lack; misery; misfortune; need; paucity; penury; poverty; reverse; sorrow; squalor; trouble; want
malheur	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; misfortune; reverse; trouble
moeilijkheden	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; discomforts; misery; misfortune; problems; reverse; trouble; troubles
ongeluk	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	accident; adversity; bad luck; dejection; depression; melancholy; misfortune; mournfulness; regret; reverse; sadness; sorrow; trouble; wistfulness
onheil	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; danger; disaster; misfortune; reverse; trouble
onspoed	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; misfortune; reverse; trouble
pech	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; misfortune; reverse; trouble
ramp	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; calamity; catastrophe; danger; disaster; misfortune; reverse; trouble
rampspoed	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; calamity; catastrophe; disaster; misfortune; reverse; trouble
tegenslag	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; misfortune; reverse; trouble
tegenspoed	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	adversity; bad luck; misfortune; reverse; trouble
terugslag	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	blow; comedown; disappointment; kick; letdown; mishap; rebound; recoil
-	evilness; immorality; iniquity; wickedness
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boosaardig		blackguardly; malicious; roguish; scoundrelly; vicious; villainous
slecht		bad; badly; corrupt; degenerate; depraved; evil-minded; false; inferior; low; malicious; mean; perverted; poor; putrefied; rotten; vicious; wickedly; with evil intention
-	malefic; malevolent; malign; vicious
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boosaardig	evil
slecht	evil

Verwante woorden van "evil":

evilness, evils, eviler, evilest, evilly

Synoniemen voor "evil":

atrocious; flagitious; grievous; heinous; monstrous; bad; immoral; black; dark; sinister; corruptive; perversive; pestiferous; demonic; diabolic; diabolical; fiendish; hellish; infernal; satanic; unholy; despicable; ugly; vile; slimy; unworthy; worthless; wretched; devilish; mephistophelian; mephistophelean; evil-minded; offensive; unrighteous; wicked; wrong
vicious; wicked
harmful; injurious; malign
malefic; malevolent; malign; maleficent
immorality; wickedness; iniquity; transgression; evildoing
bad; badness
evilness; immorality

Antoniemen van "evil":

good; goodness

Verwante definities voor "evil":

having or exerting a malignant influence¹
morally bad or wrong¹
- evil purposes¹
- an evil influence¹
- evil deeds¹
having the nature of vice¹
morally objectionable behavior¹
the quality of being morally wrong in principle or practice¹
- attempts to explain the origin of evil in the world¹
that which causes harm or destruction or misfortune¹
- the evil that men do lives after them; the good is oft interred with their bones¹

Wiktionary: evil

evil

noun

evil
- evil → kwaad; slechte; euvel; kwade

adjective

morally corrupt
- evil → slecht
intending to harm
- evil → kwaadaardig; boosaardig; kwaad; slecht; euvel

evil

adjective

kwaad, tegen de moraal
- boos → evil; bad

Cross Translation:

From	To	Via
• evil	→ kwaad; boos	↔ böse — moralisch falsch, nicht gut; bösartig
• evil	→ pijn	↔ mal — (religion) Ce qui refuser par une doctrine, un dogme religieux.
• evil	→ kwaadaardig	↔ malin — Méchant (1)
• evil	→ slecht; verkeerd; beroerd; kwaad; kwalijk	↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable.
• evil	→ kwaadaardig; misdadig	↔ scélérat — qui est capable de commettre de grands crimes

Remove Ads

Vertaal evilly van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor evilly (Engels) in het Nederlands

evilly:

Vertaal Matrix voor evilly:

Synoniemen voor "evilly":

Verwante definities voor "evilly":

evilly vorm van evil:

evil [the ~] zelfstandig naamwoord

the evil (calamity; accident; disaster; adversity; misery; misfortune; tribulation; trouble; destitution; bad luck; squalor; misère; reverse)

evil

evil

Vertaal Matrix voor evil:

Verwante woorden van "evil":

Synoniemen voor "evil":

Antoniemen van "evil":

Verwante definities voor "evil":

Wiktionary: evil