Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal everyday

Vertaal everyday van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

everyday:
- daags
Wiktionary:
- everyday → alledaags, ordinair
- everyday → afgezaagd, alledaags, banaal, gewoontjes, nietszeggend, plat, daags, dagelijks, ordinair

Engels

Uitgebreide vertaling voor everyday (Engels) in het Nederlands

everyday:

everyday bijvoeglijk naamwoord

everyday (daily)
daags
- daags bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor everyday:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
daags	daily; everyday
-	casual; daily; mundane; quotidian; routine; unremarkable; workaday

Synoniemen voor "everyday":

mundane; quotidian; routine; unremarkable; workaday; ordinary
casual; informal
familiar

Verwante definities voor "everyday":

commonplace and ordinary¹
- the familiar everyday world¹
appropriate for ordinary or routine occasions¹
- everyday clothes¹
found in the ordinary course of events¹
- a placid everyday scene¹

Wiktionary: everyday

everyday

adjective

commonplace, ordinary
- everyday → alledaags
appropriate for ordinary use, rather than for special occasions
- everyday → alledaags

everyday

adjective

gewoon, normaal, niet ongewoon
- alledaags → everyday
gewoon, alledaags, normaal
- ordinair → ordinary; common; everyday; vulgar

Cross Translation:

From	To	Via
• everyday	→ afgezaagd; alledaags; banaal; gewoontjes; nietszeggend; plat	↔ banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.
• everyday	→ daags; alledaags; dagelijks	↔ quotidien — De chaque jour. (Sens général).
• everyday	→ ordinair	↔ vulgaire — Qui est commun

Verwante vertalingen van everyday

everyday speech

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University