Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal enrollment

Vertaal enrollment van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enrollment:
  2. enroll:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor enrollment (Engels) in het Nederlands

enrollment:

enrollment [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the enrollment (annexation; incorporation; enrolment; )
    de inlijving; de annexatie
  2. the enrollment (registration; enrolment; recording)
    de registratie; de inschrijving
  3. the enrollment (certificate enrollment)
    – The process of requesting, receiving, and installing a certificate. 1
    de inschrijving; certificaatinschrijving

Vertaal Matrix voor enrollment:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annexatie absorption; annexation; enrollment; enrolment; incorporation; purchase; take-over
inlijving absorption; annexation; enrollment; enrolment; incorporation; purchase; take-over
inschrijving certificate enrollment; enrollment; enrolment; recording; registration applying; enlistment; entry; registration; reservation
registratie enrollment; enrolment; recording; registration registration
- enrolment; registration
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
certificaatinschrijving certificate enrollment; enrollment

Synoniemen voor "enrollment":


Verwante definities voor "enrollment":

  1. the act of enrolling2
  2. the body of people (such as students) who register or enroll at the same time2
  3. The process of requesting, receiving, and installing a certificate.1

Wiktionary: enrollment

Cross Translation:
FromToVia
• enrollment → aanbeveling; recommandatie; boeking; inschrijving; registratie; waarschuwing ↔ recommandation — exhortation instante, conseil pressant.

enrollment vorm van enroll:

to enroll werkwoord, Amerikaans (enrolls, enrolled, enrolling)

  1. to enroll (register; subscribe; inscribe; )
    inschrijven; opgeven
    • inschrijven werkwoord (schrijf in, schrijft in, schreef in, schreven in, ingeschreven)
    • opgeven werkwoord (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
  2. to enroll (annex; take over; incorporate; enlist; enrol)
    overnemen; annexeren; inlijven
    • overnemen werkwoord (overneem, overneemt, overnam, overnamen, overnomen)
    • annexeren werkwoord (annexeer, annexeert, annexeerde, annexeerden, geannexeerd)
    • inlijven werkwoord (lijf in, lijft in, lijfde in, lijfden in, ingelijfd)
  3. to enroll (enlist; subscribe; register; )
    aanmelden; subscriberen; opgeven; inschrijven; intekenen
    • aanmelden werkwoord (meld aan, meldt aan, meldde aan, meldden aan, aangemeld)
    • subscriberen werkwoord (subscribeer, subscribeert, subscribeerde, subscribeerden, gesubscribeerd)
    • opgeven werkwoord (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • inschrijven werkwoord (schrijf in, schrijft in, schreef in, schreven in, ingeschreven)
    • intekenen werkwoord (teken in, tekent in, tekende in, tekenden in, ingetekend)
  4. to enroll (register; subscribe; enlist; enrol)
    inschrijven; intekenen
    • inschrijven werkwoord (schrijf in, schrijft in, schreef in, schreven in, ingeschreven)
    • intekenen werkwoord (teken in, tekent in, tekende in, tekenden in, ingetekend)

Conjugations for enroll:

present
  1. enroll
  2. enroll
  3. enrolls
  4. enroll
  5. enroll
  6. enroll
simple past
  1. enrolled
  2. enrolled
  3. enrolled
  4. enrolled
  5. enrolled
  6. enrolled
present perfect
  1. have enrolled
  2. have enrolled
  3. has enrolled
  4. have enrolled
  5. have enrolled
  6. have enrolled
past continuous
  1. was enrolling
  2. were enrolling
  3. was enrolling
  4. were enrolling
  5. were enrolling
  6. were enrolling
future
  1. shall enroll
  2. will enroll
  3. will enroll
  4. shall enroll
  5. will enroll
  6. will enroll
continuous present
  1. am enrolling
  2. are enrolling
  3. is enrolling
  4. are enrolling
  5. are enrolling
  6. are enrolling
subjunctive
  1. be enrolled
  2. be enrolled
  3. be enrolled
  4. be enrolled
  5. be enrolled
  6. be enrolled
diverse
  1. enroll!
  2. let's enroll!
  5. enrolled
  6. enrolling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor enroll:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmelden applying; entry; registration
opgeven applying; applying for something; asking for; requesting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmelden enlist; enrol; enroll; enter; inscribe; register; subscribe engage; enlist; log on; logon; register; sign in; sign on; subscribe
annexeren annex; enlist; enrol; enroll; incorporate; take over
inlijven annex; enlist; enrol; enroll; incorporate; take over absorb; pick up; take in; take up
inschrijven book; enlist; enrol; enroll; enter; give up; hand down; inscribe; register; subscribe engage; enter in the land registry; register; sign on; survey
intekenen enlist; enrol; enroll; enter; inscribe; register; subscribe
opgeven book; enlist; enrol; enroll; enter; give up; hand down; inscribe; register; subscribe abandon; capitulate; cease; drop out; give in; give up; give up hope; hand oneself in; hand oneself over to; pull out; quit; sacrifice; stop; surrender; throw in the towel
overnemen annex; enlist; enrol; enroll; incorporate; take over buy up
subscriberen enlist; enrol; enroll; enter; inscribe; register; subscribe
- enrol; enter; inscribe; recruit

Verwante woorden van "enroll":

  • enrolling, enrollment, enrolled

Synoniemen voor "enroll":


Verwante definities voor "enroll":

  1. register formally as a participant or member2
  2. To add an instance of SQL Server to the set of SQL Server instances managed by a utility control point.1

Wiktionary: enroll

Cross Translation:
FromToVia
• enroll → tekenen; ondertekenen; inschrijven; intekenen; plaatsen ↔ zeichnen — (transitiv) unterzeichnen
• enroll → aantekenen; boeken; registreren; vastleggen ↔ enregistrer — mettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note.
• enroll → aanbrengen; werven; aanwerven ↔ enrôler — inscrire sur les rôles de l’armée de terre ou de mer.
• enroll → buitmaken; behalen; verkrijgen; verwerven; aanbrengen; werven; aanwerven; verdienen; winnen ↔ gagner — Traductions à trier suivant le sens
• enroll → aanbrengen; werven; aanwerven; recruteren ↔ recruter — militaire|fr lever des hommes pour le service militaire.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0776 seconde
Page rendered in 1.0 seconds