Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- enfeeblement:
- enfeeble:
-
Wiktionary:
- enfeeble → fnuiken, verzwakken, afmatten
Engels
Uitgebreide vertaling voor enfeeblement (Engels) in het Nederlands
enfeeblement:
-
the enfeeblement (enervation; weakening)
Vertaal Matrix voor enfeeblement:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ontkrachting | enervation; enfeeblement; weakening | |
verzwakking | enervation; enfeeblement; weakening | attenuation |
- | debilitation; enervation; exhaustion |
Verwante woorden van "enfeeblement":
Synoniemen voor "enfeeblement":
Verwante definities voor "enfeeblement":
enfeeblement vorm van enfeeble:
-
to enfeeble (weaken; dilute; abate; adulterate; enervate; lessen; become weak; lose strength)
– make weak 1verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden-
zwakker worden werkwoord
-
aan kracht inboeten werkwoord (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
-
zwak worden werkwoord
Conjugations for enfeeble:
present
- enfeeble
- enfeeble
- enfeebles
- enfeeble
- enfeeble
- enfeeble
simple past
- enfeebled
- enfeebled
- enfeebled
- enfeebled
- enfeebled
- enfeebled
present perfect
- have enfeebled
- have enfeebled
- has enfeebled
- have enfeebled
- have enfeebled
- have enfeebled
past continuous
- was enfeebling
- were enfeebling
- was enfeebling
- were enfeebling
- were enfeebling
- were enfeebling
future
- shall enfeeble
- will enfeeble
- will enfeeble
- shall enfeeble
- will enfeeble
- will enfeeble
continuous present
- am enfeebling
- are enfeebling
- is enfeebling
- are enfeebling
- are enfeebling
- are enfeebling
subjunctive
- be enfeebled
- be enfeebled
- be enfeebled
- be enfeebled
- be enfeebled
- be enfeebled
diverse
- enfeeble!
- let's enfeeble!
- enfeebled
- enfeebling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor enfeeble:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uitputten | exhausting; fatigueing; wearing out | |
verslappen | subside; weakening | |
verzwakken | subside; weakening | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aan kracht inboeten | abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken | |
uitputten | abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken | fatigue; tire out; wear out |
verslappen | abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken | fade; slacken; weaken |
verzwakken | abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken | be going down hill; be lost; cease; come down; fall away; weaken |
zwak worden | abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken | |
zwakker worden | abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken | |
- | debilitate; drain |