Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. endurance:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor endurance (Engels) in het Nederlands

endurance:

endurance [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the endurance (stamina)
    het uithoudingsvermogen; de taaiheid

Vertaal Matrix voor endurance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taaiheid endurance; stamina keeping up; persistence; pertinacity; tenacity
uithoudingsvermogen endurance; stamina
- survival
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- perseverance

Synoniemen voor "endurance":


Verwante definities voor "endurance":

  1. the power to withstand hardship or stress1
    • the marathon tests a runner's endurance1
  2. a state of surviving; remaining alive1

Wiktionary: endurance

endurance
noun
  1. the measure of a person's stamina or persistence

Cross Translation:
FromToVia
endurance uithoudingsvermogen Ausdauer — Fähigkeit, etwas über längere Zeit unnachgiebig, beständig durchzuhalten
endurance uithoudingsvermogen endurance — (sport) faculté, force d’endurer la fatigue physique, les privations.

Verwante vertalingen van endurance