Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- enclosed:
- enclose:
-
Wiktionary:
- enclosed → omheind stuk land
- enclose → omheinen, bijvoegen, insluiten
- enclose → inschuiven, instoppen, indoen, inleggen, inzetten, binnenleiden, inleiden, invoeren, steken, insteken, adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, leggen, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen, nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken, dringen, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, bijschuiven, insluiten, opsluiten, wegbergen, wegsluiten, bergen, opbergen, aaneensluiten, binden, verdichten
-
Gebruikers suggesties voor enclosed:
- in bijlage
Engels
Uitgebreide vertaling voor enclosed (Engels) in het Nederlands
enclosed:
-
enclosed (annexed; attached; appended; with this)
bijgesloten; bijgevoegd; bijgaand-
bijgesloten bijvoeglijk naamwoord
-
bijgevoegd bijvoeglijk naamwoord
-
bijgaand bijvoeglijk naamwoord
-
-
enclosed (hereby; herewith; with this; by this; through here; annexed; at this; of this)
-
enclosed (closed in; cinctured; bordered; besieged)
-
enclosed
Vertaal Matrix voor enclosed:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bijgaand | annexed; appended; attached; enclosed; with this | |
bijgesloten | annexed; appended; attached; enclosed; with this | accompanying; corresponding; matching |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hierbij | annexed; at this; by this; enclosed; hereby; herewith; of this; through here; with this | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bij deze | annexed; at this; by this; enclosed; hereby; herewith; of this; through here; with this | |
bijgevoegd | annexed; appended; attached; enclosed; with this | |
hiermee | annexed; at this; by this; enclosed; hereby; herewith; of this; through here; with this | |
ingesloten | besieged; bordered; cinctured; closed in; enclosed | figured in; included; including; inclusive |
inliggend | enclosed | |
met dit | annexed; at this; by this; enclosed; hereby; herewith; of this; through here; with this | |
omsingeld | besieged; bordered; cinctured; closed in; enclosed |
Verwante woorden van "enclosed":
Synoniemen voor "enclosed":
Antoniemen van "enclosed":
Verwante definities voor "enclosed":
enclosed vorm van enclose:
-
to enclose (include; comprise; encapsulate)
-
to enclose (evnvelope; encapsulate; besieged; besiege; cover; wrap up; besieges; surround)
-
to enclose (limit; restrict; encapsulate; confine; envelope; embank; dam)
-
to enclose (bound; limit; surround; end)
-
to enclose (seal up; comprise; surround; contain; include; lock in; close in; pen in)
Conjugations for enclose:
present
- enclose
- enclose
- encloses
- enclose
- enclose
- enclose
simple past
- enclosed
- enclosed
- enclosed
- enclosed
- enclosed
- enclosed
present perfect
- have enclosed
- have enclosed
- has enclosed
- have enclosed
- have enclosed
- have enclosed
past continuous
- was enclosing
- were enclosing
- was enclosing
- were enclosing
- were enclosing
- were enclosing
future
- shall enclose
- will enclose
- will enclose
- shall enclose
- will enclose
- will enclose
continuous present
- am enclosing
- are enclosing
- is enclosing
- are enclosing
- are enclosing
- are enclosing
subjunctive
- be enclosed
- be enclosed
- be enclosed
- be enclosed
- be enclosed
- be enclosed
diverse
- enclose!
- let's enclose!
- enclosed
- enclosing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor enclose:
Verwante woorden van "enclose":
Synoniemen voor "enclose":
Verwante definities voor "enclose":
Wiktionary: enclose
enclose
Cross Translation:
verb
enclose
-
surround, fence in
- enclose → omheinen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• enclose | → inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten; binnenleiden; inleiden; invoeren; steken; insteken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |
• enclose | → aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; indoen; inleggen; inzetten | ↔ mettre — placer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé. |
• enclose | → nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken; dringen; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; bijschuiven; insluiten; opsluiten; wegbergen; wegsluiten; bergen; opbergen; aaneensluiten; binden; verdichten | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |