Emotion in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

emotion:
- emotie; ontroering; vertedering; gemoedsbeweging; sentiment; gevoel; bewogenheid; gemoedsaandoening
Wiktionary:
- emotion → emotie, roersel
- emotion → gevoel, emotie, bewogenheid, ontroering, aandoening, roersel, gewaarwording

Engels

Uitgebreide vertaling voor emotion (Engels) in het Nederlands

the emotion (compassion; feeling)
de emotie; de ontroering; de vertedering; de gemoedsbeweging
- emotie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ontroering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vertedering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemoedsbeweging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the emotion (sentiment; compassion; feeling; touch; excitement; passion)
het sentiment; het gevoel
- sentiment [het ~] zelfstandig naamwoord
- gevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
the emotion
de bewogenheid
- bewogenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the emotion
de gemoedsaandoening
- gemoedsaandoening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewogenheid	emotion
emotie	compassion; emotion; feeling
gemoedsaandoening	emotion
gemoedsbeweging	compassion; emotion; feeling
gevoel	compassion; emotion; excitement; feeling; passion; sentiment; touch	feeling; instinct; intuition; knack; perception; sensation
ontroering	compassion; emotion; feeling
sentiment	compassion; emotion; excitement; feeling; passion; sentiment; touch
vertedering	compassion; emotion; feeling
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	state of emotion

emotion

noun

emotion

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• emotion	→ gevoel	↔ Gefühl — Neurologie: das subjektive Erleben von Erregung und hirnchemischer Aktivität
• emotion	→ emotie; bewogenheid; ontroering; aandoening; roersel; gewaarwording	↔ émotion — Réaction affectif subite, temporaire et involontaire, souvent accompagnée de manifestations physiques, provoquée par un sentiment intense de peur, de colère, de surprise, etc.