Engels

Uitgebreide vertaling voor efficiently (Engels) in het Nederlands

efficiently:


Vertaal Matrix voor efficiently:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- expeditiously

Synoniemen voor "efficiently":

  • expeditiously; with efficiency

Antoniemen van "efficiently":

  • inefficiently

Verwante definities voor "efficiently":

  1. with efficiency; in an efficient manner1
    • he functions efficiently1

efficient:

efficient bijvoeglijk naamwoord

  1. efficient (effective)
    efficiënt; effectief; doelmatig; doeltreffend; krachtig
  2. efficient (capable; qualified; competent; )
    geschikt; bekwaam; competent; capabel
  3. efficient (proper; suitable; effective; fit)
    passend; adequaat; geschikt; gepast; juist
  4. efficient (competent; capable; good; able)
    vakbekwaam; vakkundig; competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig
  5. efficient (worthwile; suitable; appropriate; effective)
    de moeite waard; lonend

Vertaal Matrix voor efficient:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adequaat effective; efficient; fit; proper; suitable
bekwaam able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled able; adroit; capable; dexterous; expert; handy; neat; nimble; proficient; skilful; skilled; skillful; trained
capabel able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled
competent able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled
deskundig able; capable; competent; efficient; good
doelmatig effective; efficient
doeltreffend effective; efficient
effectief effective; efficient effective; effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough
efficiënt effective; efficient
gepast effective; efficient; fit; proper; suitable applicable; apposite; appropriate; apt; becoming; befitting; fitting; proper; relevant; right; suitable
geschikt able; capable; competent; considerate; effective; efficient; fit; good; proficient; proper; qualified; skilled; suitable agreeable; applicable; apposite; appropriate; apt; capable for work; fair; fine; fit; fitting; genial; good-natured; great; moderate; pleasant; reasonable; relevant; right; suitable; valid
juist effective; efficient; fit; proper; suitable a moment ago; accurate; accurately; correct; even; exact; exactly; just; just now; one minute ago; only; precise; right; true; truethfull
krachtig effective; efficient bold; brisk; courageous; drastic; effective; emphatic; energetic; energetically; fierce; firm; forceful; full of energy; intense; pointed; potent; powerful; resolute; robust; severe; stout; strapping; strong; tough; vigorous; violent
lonend appropriate; effective; efficient; suitable; worthwile advantageous; lucrative; profitable; rewarding; to advantage; valuable
oordeelkundig able; capable; competent; efficient; good
passend effective; efficient; fit; proper; suitable adequate; applicable; apposite; appropriate; apt; fitting; relevant; right; suitable
vakbekwaam able; capable; competent; efficient; good
vakkundig able; capable; competent; efficient; good
- effective
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- competent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de moeite waard appropriate; effective; efficient; suitable; worthwile
ter zake kundig able; capable; competent; efficient; good

Verwante woorden van "efficient":


Synoniemen voor "efficient":


Antoniemen van "efficient":


Verwante definities voor "efficient":

  1. able to accomplish a purpose; functioning effectively1
    • an efficient secretary1
    • the efficient cause of the revolution1
  2. being effective without wasting time or effort or expense1
    • an efficient production manager1
    • efficient engines save gas1

Wiktionary: efficient

efficient
adjective
  1. using a particular proportion of available energy
  2. making good use of resources
efficient
adjective
  1. nuttig effect hebbend

Cross Translation:
FromToVia
efficient efficiënt effizientfähig, viel Leistung in Relation zum Aufwand zu erbringen
efficient bevoegd; competent; deskundig; vakkundig; zaakkundig compétent — juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.

Computer vertaling door derden: