Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor economize (Engels) in het Nederlands

economize:

to economize werkwoord, Amerikaans (economizes, economized, economizing)

  1. to economize (cut down; save; economise)
    besparen; bezuinigen; matigen; korten
    • besparen werkwoord (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
    • bezuinigen werkwoord (bezuinig, bezuinigt, bezuinigde, bezuinigden, bezuinigd)
    • matigen werkwoord (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
    • korten werkwoord (kort, kortte, kortten, gekort)
  2. to economize (save; spare; moderate; have left; economise)
    besparen; matigen; geld besparen; minder gebruiken
  3. to economize (use less; moderate; economise)
    minder gebruiken; besparen; matigen
    • minder gebruiken werkwoord
    • besparen werkwoord (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
    • matigen werkwoord (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
  4. to economize (be economical; manage economically; economise)

Conjugations for economize:

present
  1. economize
  2. economize
  3. economizes
  4. economize
  5. economize
  6. economize
simple past
  1. economized
  2. economized
  3. economized
  4. economized
  5. economized
  6. economized
present perfect
  1. have economized
  2. have economized
  3. has economized
  4. have economized
  5. have economized
  6. have economized
past continuous
  1. was economizing
  2. were economizing
  3. was economizing
  4. were economizing
  5. were economizing
  6. were economizing
future
  1. shall economize
  2. will economize
  3. will economize
  4. shall economize
  5. will economize
  6. will economize
continuous present
  1. am economizing
  2. are economizing
  3. is economizing
  4. are economizing
  5. are economizing
  6. are economizing
subjunctive
  1. be economized
  2. be economized
  3. be economized
  4. be economized
  5. be economized
  6. be economized
diverse
  1. economize!
  2. let's economize!
  3. economized
  4. economizing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor economize:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
korten abbreviating; abridgement; abridging; decrease; shrinking; shrinking back
zuinig zijn being economical
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besparen cut down; economise; economize; have left; moderate; save; spare; use less
bezuinigen cut down; economise; economize; save
geld besparen economise; economize; have left; moderate; save; spare
korten cut down; economise; economize; save abbreviate; clip; cut; cut close; pare; shorten; skim; trim
matigen cut down; economise; economize; have left; moderate; save; spare; use less control; keep back; moderate; restrain; subdue; use sparingly
minder gebruiken economise; economize; have left; moderate; save; spare; use less
zuinig zijn be economical; economise; economize; manage economically
- conserve; economise; husband; save
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- economise

Verwante woorden van "economize":


Synoniemen voor "economize":


Antoniemen van "economize":


Verwante definities voor "economize":

  1. use cautiously and frugally1
    • I try to economize my spare time1
  2. spend sparingly, avoid the waste of1
    • The less fortunate will have to economize now1

Wiktionary: economize

economize
verb
  1. door zuinig met geld of iets anders om te gaan de uitgaven verminderen
  2. uitsparen, bezuinigen

Cross Translation:
FromToVia
economize besparen sparen — weniger Geld ausgeben
economize bezuinigen; sparen; besparen; uitsparen; uitwinnen; uitzuinigen économiserdépenser avec ménagement, avec le souci d’épargner.