Engels

Uitgebreide vertaling voor echo (Engels) in het Nederlands

echo:

echo [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the echo (reverberation; resonance)
    de echo; de weerklank; geluidsweerkaatsing; de weergalm
  2. the echo (reverberation; resonance)
    de nagalm
    • nagalm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the echo (resonance; reverberation)
    de resonantie; klankweerkaatsing; de galm
  4. the echo (booming sound; resonance; reverberation; peal; resounding)
    het gegalm; luidkeelse uitroep; het geschal
  5. the echo
    – The process of Access updating or repainting the screen while a macro is running. 1
    de echo
    • echo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to echo werkwoord (echos, echoed, echoing)

  1. to echo (resound; reverberate)
    echoën; galmen; weerklinken; naklinken
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • galmen werkwoord (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
    • weerklinken werkwoord (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
    • naklinken werkwoord (klink na, klinkt na, klonk na, klonken na, nageklonken)
  2. to echo (resound; reverberate)
    schallen; weerschallen
    • schallen werkwoord
    • weerschallen werkwoord (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
  3. to echo (reverberate; resound; sound)
    resoneren; echoën; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen; weergalmen
    • resoneren werkwoord
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • weerkaatsen werkwoord (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
    • weerklinken werkwoord (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
    • weerschallen werkwoord (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
    • galmen werkwoord (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
    • schallen werkwoord
    • weergalmen werkwoord (weergalm, weergalmt, weergalmde, weergalmden, weergalmd)
  4. to echo (say after; repeat; parrot)
    herhalen; nazeggen; napraten; nabouwen; echoën
    • herhalen werkwoord (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
    • nazeggen werkwoord (zeg na, zegt na, zegde na, zegden na, nagezegd)
    • napraten werkwoord (praat na, praatte na, praatten na, nagepraat)
    • nabouwen werkwoord
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
  5. to echo (strike back; reverberate; reflect)
    reflecteren; stuiten; weerkaatsen; terugkaatsen; echoën; terugstoten
    • reflecteren werkwoord (reflecteer, reflecteert, reflecteerde, reflecteerden, gereflecteerd)
    • stuiten werkwoord (stuit, stuitte, stuitten, gestuit)
    • weerkaatsen werkwoord (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
    • terugkaatsen werkwoord (kaats terug, kaatst terug, kaatste terug, kaatsten terug, teruggekaatst)
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • terugstoten werkwoord (stoot terug, stootte terug, stootten terug, terugestoten)

Conjugations for echo:

present
  1. echo
  2. echo
  3. echos
  4. echo
  5. echo
  6. echo
simple past
  1. echoed
  2. echoed
  3. echoed
  4. echoed
  5. echoed
  6. echoed
present perfect
  1. have echoed
  2. have echoed
  3. has echoed
  4. have echoed
  5. have echoed
  6. have echoed
past continuous
  1. was echoing
  2. were echoing
  3. was echoing
  4. were echoing
  5. were echoing
  6. were echoing
future
  1. shall echo
  2. will echo
  3. will echo
  4. shall echo
  5. will echo
  6. will echo
continuous present
  1. am echoing
  2. are echoing
  3. is echoing
  4. are echoing
  5. are echoing
  6. are echoing
subjunctive
  1. be echoed
  2. be echoed
  3. be echoed
  4. be echoed
  5. be echoed
  6. be echoed
diverse
  1. echo!
  2. let's echo!
  3. echoed
  4. echoing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor echo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echo echo; resonance; reverberation
galm echo; resonance; reverberation
gegalm booming sound; echo; peal; resonance; resounding; reverberation
geluidsweerkaatsing echo; resonance; reverberation
geschal booming sound; echo; peal; resonance; resounding; reverberation horn blowing
klankweerkaatsing echo; resonance; reverberation
luidkeelse uitroep booming sound; echo; peal; resonance; resounding; reverberation
nagalm echo; resonance; reverberation
resonantie echo; resonance; reverberation
stuiten tail-bones
terugkaatsen fling back; ricochet; strike back
weergalm echo; resonance; reverberation
weerklank echo; resonance; reverberation
- replication; reverberation; sound reflection
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echoën echo; parrot; reflect; repeat; resound; reverberate; say after; sound; strike back
galmen echo; resound; reverberate; sound resound
herhalen echo; parrot; repeat; say after loop; practice; practise; redo; rehearse; repeat; resume
nabouwen echo; parrot; repeat; say after
naklinken echo; resound; reverberate
napraten echo; parrot; repeat; say after talk on
nazeggen echo; parrot; repeat; say after
reflecteren echo; reflect; reverberate; strike back be reflected; cast back; mirror; reflect
resoneren echo; resound; reverberate; sound
schallen echo; resound; reverberate; sound
stuiten echo; reflect; reverberate; strike back
terugkaatsen echo; reflect; reverberate; strike back be reflected; cast back; mirror; reflect
terugstoten echo; reflect; reverberate; strike back
weergalmen echo; resound; reverberate; sound
weerkaatsen echo; reflect; resound; reverberate; sound; strike back mirror; reflect; reverberate
weerklinken echo; resound; reverberate; sound be audible; reverberate
weerschallen echo; resound; reverberate; sound
- recall; repeat; resound; reverberate; ring
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- repeater; reverberation

Verwante woorden van "echo":

  • reecho, echoing, echoes

Synoniemen voor "echo":


Verwante definities voor "echo":

  1. an imitation or repetition2
    • the flower arrangement was created as an echo of a client's still life2
  2. a close parallel of a feeling, idea, style, etc.2
    • his contention contains more than an echo of Rousseau2
    • Napoleon III was an echo of the mighty Emperor but an infinitely better man2
  3. the repetition of a sound resulting from reflection of the sound waves2
    • she could hear echoes of her own footsteps2
  4. a reflected television or radio or radar beam2
  5. a reply that repeats what has just been said2
  6. to say again or imitate2
    • followers echoing the cries of their leaders2
  7. ring or echo with sound2
  8. call to mind2
    • His words echoed John F. Kennedy2
  9. The process of Access updating or repainting the screen while a macro is running.1

Wiktionary: echo

echo
verb
  1. to repeat back what another has just said
noun
  1. reflected sound
echo
noun
  1. een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid
verb
  1. eerste betekenisomschrijving

Cross Translation:
FromToVia
echo echo EchoReflexion von Schallwellen, so dass man das ursprüngliche Geräusch zwei- oder mehrfach hört
echo echo; nagalm; naklank; weerklank échorépétition du son lorsqu’il frappe contre un corps qui le renvoyer plus ou moins distinctement.

Verwante vertalingen van echo