Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. easy-going:
  2. easy going:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor easygoing (Engels) in het Nederlands

easygoing:


Vertaal Matrix voor easygoing:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cushy; easy; leisurely; soft

Synoniemen voor "easygoing":


Verwante definities voor "easygoing":

  1. relaxed and informal in attitude or standards1
    • an easygoing teacher who allowed extra time for assignments1
  2. not burdensome or demanding; borne or done easily and without hardship1
    • the easygoing life of a parttime consultant1
  3. not hurried or forced1
    • at a leisurely (or easygoing) pace1

Wiktionary: easygoing


Cross Translation:
FromToVia
easygoing gemakkelijk facile — Qui se faire sans peine.

easy-going:

easy-going bijvoeglijk naamwoord

  1. easy-going (lazy)
    gemakzuchtig
  2. easy-going (indolent)
    sloom; bezadigd; gezapig
  3. easy-going (familiar)
    familiair; makkelijk in de omgang

Vertaal Matrix voor easy-going:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezadigd easy-going; indolent
familiair easy-going; familiar on familiar terms with
gemakzuchtig easy-going; lazy
gezapig easy-going; indolent
sloom easy-going; indolent languid; lazy; listless; slow; sluggish; tardy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
makkelijk in de omgang easy-going; familiar

easy going:

easy going bijvoeglijk naamwoord

  1. easy going (pleasant; nice; lovely; good)
    leuk; aangenaam; prettig; plezierig; behaaglijk; fijn; plezant

Vertaal Matrix voor easy going:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- clear sailing; plain sailing
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangenaam easy going; good; lovely; nice; pleasant agreeable; benevolent; comfortable; cosy; cozy; enjoyable; good-natured; how do you do; kind; mild; nice; pleasant; pleased to meet you; pleasing; pleasurable; snug
behaaglijk easy going; good; lovely; nice; pleasant agreeable; comfortable; cosy; cozy; pleasant; pleasurable; snug
fijn easy going; good; lovely; nice; pleasant agreeable; delicate; enjoyable; fine; fragile; frail; nice; petite; pleasant; slender; slim; small-boned; subtle; tender; thin
leuk easy going; good; lovely; nice; pleasant appealing; comic; comical; congenial; cute; droll; endearing; engaging; farcical; funny; hilarious; humorous; humourous; likable; nice; pleasant; sympathetic; winsome
plezant easy going; good; lovely; nice; pleasant
plezierig easy going; good; lovely; nice; pleasant agreeable; benevolent; comfortable; cosy; cozy; good-natured; kind; mild; pleasant; pleasing
prettig easy going; good; lovely; nice; pleasant agreeable; alluring; appealing; attractive; charming; congenial; endearing; engaging; enjoyable; entrancing; likable; lovely; nice; pleasant; sweet; winsome

Synoniemen voor "easy going":


Verwante definities voor "easy going":

  1. easy unobstructed progress1