Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor easy-going (Engels) in het Nederlands

easy-going:

easy-going bijvoeglijk naamwoord

  1. easy-going (lazy)
    gemakzuchtig
  2. easy-going (indolent)
    sloom; bezadigd; gezapig
  3. easy-going (familiar)
    familiair; makkelijk in de omgang

Vertaal Matrix voor easy-going:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezadigd easy-going; indolent
familiair easy-going; familiar on familiar terms with
gemakzuchtig easy-going; lazy
gezapig easy-going; indolent
sloom easy-going; indolent languid; lazy; listless; slow; sluggish; tardy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
makkelijk in de omgang easy-going; familiar

Verwante vertalingen van easy-going