Engels
Uitgebreide vertaling voor easy-going (Engels) in het Nederlands
easy-going:
-
easy-going (lazy)
gemakzuchtig-
gemakzuchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
easy-going (indolent)
-
easy-going (familiar)
familiair; makkelijk in de omgang-
familiair bijvoeglijk naamwoord
-
makkelijk in de omgang bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor easy-going:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bezadigd | easy-going; indolent | |
familiair | easy-going; familiar | on familiar terms with |
gemakzuchtig | easy-going; lazy | |
gezapig | easy-going; indolent | |
sloom | easy-going; indolent | languid; lazy; listless; slow; sluggish; tardy |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
makkelijk in de omgang | easy-going; familiar |