Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal dupe

Vertaal dupe van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dupe:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor dupe (Engels) in het Nederlands

dupe:

dupe [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dupe (victim)
    de lul; de pineut; de dupe; de sigaar
    • lul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pineut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dupe [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sigaar [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the dupe (victim; harmed)
    de gedupeerde; benadeelde

to dupe werkwoord (dupes, duped, duping)

  1. to dupe (charm; catch)
    inpakken; inpalmen
    • inpakken werkwoord (pak in, pakt in, pakte in, pakten in, ingepakt)
    • inpalmen werkwoord (palm in, palmt in, palmde in, palmden in, ingepalmd)

Conjugations for dupe:

present
  1. dupe
  2. dupe
  3. dupes
  4. dupe
  5. dupe
  6. dupe
simple past
  1. duped
  2. duped
  3. duped
  4. duped
  5. duped
  6. duped
present perfect
  1. have duped
  2. have duped
  3. has duped
  4. have duped
  5. have duped
  6. have duped
past continuous
  1. was duping
  2. were duping
  3. was duping
  4. were duping
  5. were duping
  6. were duping
future
  1. shall dupe
  2. will dupe
  3. will dupe
  4. shall dupe
  5. will dupe
  6. will dupe
continuous present
  1. am duping
  2. are duping
  3. is duping
  4. are duping
  5. are duping
  6. are duping
subjunctive
  1. be duped
  2. be duped
  3. be duped
  4. be duped
  5. be duped
  6. be duped
diverse
  1. dupe!
  2. let's dupe!
  5. duped
  6. duping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor dupe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benadeelde dupe; harmed; victim
dupe dupe; victim
gedupeerde dupe; harmed; victim
lul dupe; victim asshole; bastard; cock; dick; dickhead; penis; piece of shit; prick; rod; scoundrel; shit; shithead; sod; willie
pineut dupe; victim
sigaar dupe; victim
- victim
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inpakken catch; charm; dupe bale; board; crate; pack; package; wrap; wrap up
inpalmen catch; charm; dupe

Verwante woorden van "dupe":

  • duping, duped, dupes, duper

Synoniemen voor "dupe":


Verwante definities voor "dupe":

  1. a person who is tricked or swindled1

Wiktionary: dupe

dupe
noun
  1. deceived person
Cross Translation:
FromToVia
• dupe → te slim af zijn; verschalken ↔ duper — Prendre pour dupe, tromper.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0295 seconde
Page rendered in 1.0 seconds