Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal dragging

Vertaal dragging van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dragging:
  2. drag:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor dragging (Engels) in het Nederlands

dragging:

dragging [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dragging (hauling)
    het slepen; wegslepen
    • slepen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wegslepen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the dragging
    het dreggen
    • dreggen [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the dragging
    het gesleep; gesleur
    • gesleep [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gesleur [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. the dragging
    afdreggen
  5. the dragging (lugging; searching; searching for)
    afzoeken; geheel doorzoeken; afstropen

dragging bijvoeglijk naamwoord

  1. dragging (dawdling; slow; dilatory; )
    langzaam; traag; aarzelend; treuzelachtig; slepend; weifelend; dralend; besluitloos; treuzelend; talmend; leuterig
  2. dragging (languid; sluggish; indolent; )
    lijzig; loom; log
    • lijzig bijvoeglijk naamwoord
    • loom bijvoeglijk naamwoord
    • log bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dragging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdreggen dragging
afstropen dragging; lugging; searching; searching for
afzoeken dragging; lugging; searching; searching for patrol
dreggen dragging
geheel doorzoeken dragging; lugging; searching; searching for
gesleep dragging
gesleur dragging
slepen dragging; hauling
wegslepen dragging; hauling towing away
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdreggen dredge
afstropen bone; flay; poach; skin
afzoeken look for; search for; seek
dreggen drag
slepen drag; haul; pull along; schlep; shlep; tow; trail
wegslepen accompany; carry away; carry off; see off; take away; take in
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
langzaam dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering languid; lazy; listless; slow; sluggish; tardy
leuterig dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
lijzig dawdling; dragging; drooping; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; tardy
log dawdling; dragging; drooping; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; tardy chubby; heavy; plump; squat
loom dawdling; dragging; drooping; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; tardy
traag dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering idle; languid; lazy; listless; slack; slow; sluggish; tardy; workshy
treuzelachtig dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- concentration; manual dragging
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aarzelend dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering dilatory; double-minded; hesitating; hesitatingly; indecisive; reluctantly; vacillating; wavering
besluitloos dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
dralend dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
slepend dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
talmend dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
treuzelend dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering
weifelend dawdling; dilatory; dragging; hesitating; lingering; slow; wavering dilatory; double-minded; hesitating; hesitatingly; indecisive; reluctantly; vacillating; wavering

Synoniemen voor "dragging":


Verwante definities voor "dragging":

  1. marked by a painfully slow and effortful manner1
    • it was a strange dragging approach1
    • years of dragging war1

drag:

to drag werkwoord (drags, dragged, dragging)

  1. to drag (carry; carry along)
    sjouwen; torsen; zeulen
    • sjouwen werkwoord (sjouw, sjouwt, sjouwde, sjouwden, gesjouwd)
    • torsen werkwoord (tors, torst, torste, torsten, getorst)
    • zeulen werkwoord (zeul, zeult, zeulde, zeulden, gezeuld)
  2. to drag (haul)
    aanslepen
    • aanslepen werkwoord (sleep aan, sleept aan, sleepte aan, sleepten aan, aangesleept)
  3. to drag (lug; tug)
    sjorren
    • sjorren werkwoord (sjor, sjort, sjorde, sjorden, gesjord)
  4. to drag (haul; pull)
    sleuren
    • sleuren werkwoord (sleur, sleurt, sleurde, sleurden, gesleurd)
  5. to drag
    dreggen
    • dreggen werkwoord (dreg, dregt, dregde, dregden, gedregd)
  6. to drag (snatch away; grasp; caught; )
    grissen; grijpen; jatten; snaaien; pikken; wegkapen; graaien
    • grissen werkwoord (gris, grist, grisde, grisden, gegrist)
    • grijpen werkwoord (grijp, grijpt, greep, grepen, gegrepen)
    • jatten werkwoord (jat, jatte, jatten, gejat)
    • snaaien werkwoord (snaai, snaait, snaaide, snaaiden, gesnaaid)
    • pikken werkwoord (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • wegkapen werkwoord (kaap weg, kaapt weg, kaapte weg, kaapten weg, weggekaapt)
    • graaien werkwoord (graai, graait, graaide, graaiden, gegraaid)
  7. to drag
    – To move an item on the screen by selecting the item and then pressing and holding down the mouse button while moving the mouse. 2
    slepen
    • slepen werkwoord (sleep, sleept, sleepte, sleepten, geslepen)

Conjugations for drag:

present
  1. drag
  2. drag
  3. drags
  4. drag
  5. drag
  6. drag
simple past
  1. dragged
  2. dragged
  3. dragged
  4. dragged
  5. dragged
  6. dragged
present perfect
  1. have dragged
  2. have dragged
  3. has dragged
  4. have dragged
  5. have dragged
  6. have dragged
past continuous
  1. was dragging
  2. were dragging
  3. was dragging
  4. were dragging
  5. were dragging
  6. were dragging
future
  1. shall drag
  2. will drag
  3. will drag
  4. shall drag
  5. will drag
  6. will drag
continuous present
  1. am dragging
  2. are dragging
  3. is dragging
  4. are dragging
  5. are dragging
  6. are dragging
subjunctive
  1. be dragged
  2. be dragged
  3. be dragged
  4. be dragged
  5. be dragged
  6. be dragged
diverse
  1. drag!
  2. let's drag!
  5. dragged
  6. dragging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

drag [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the drag (air resistance)
    de luchtweerstand
  2. the drag (irritation; annoyance; vexation; nuisance; chagrin)
    de irritatie; de ergernis; de aanstoot; het misnoegen
  3. the drag (dragging hook)
    de dreg; dreghaak; dreganker
    • dreg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dreghaak [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dreganker [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. the drag (puff; pull)
    trekje aan een sigaret; het trekje; de haal; het haaltje
  5. the drag (dog-cart)
    jachtwagen

Vertaal Matrix voor drag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstoot annoyance; chagrin; drag; irritation; nuisance; vexation
dreg drag; dragging hook
dreganker drag; dragging hook
dreggen dragging
dreghaak drag; dragging hook
ergernis annoyance; chagrin; drag; irritation; nuisance; vexation annoyance; chagrin; irritability; irritation; nuisance; ordeal; pique; test; testing; vexation
grijpen arrest; grab; taking
haal drag; puff; pull crease; pen line; pull; shark; streak; stroke of the pen
haaltje drag; puff; pull
irritatie annoyance; chagrin; drag; irritation; nuisance; vexation crabbedness; exasperation; indignation; irritability; irritation; irritations; itches; pique; prickles; tickles; tingles; vexation
jachtwagen dog-cart; drag
luchtweerstand air resistance; drag
misnoegen annoyance; chagrin; drag; irritation; nuisance; vexation discomfort; discontent; discontentedness; discord; disgruntlement; displeasure; dissatisfaction; ill-pleasure; malcontentedness; unpleasantness
slepen dragging; hauling
trekje drag; puff; pull characteristic; feature; streak; trait
trekje aan een sigaret drag; puff; pull
- puff; pull; retarding force
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanslepen drag; haul
dreggen drag
graaien catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn grabble; grope about; rummage about; rummage around
grijpen catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn capture; catch; clamp; clasp; dive in; fall to; grab; grasp; grip; seize; serve oneself; strike; take; take hold of; trap
grissen catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn cadge; cajole; coax; cuddle; obtain by begging; pilfer; pinch; snatch; wheedle
jatten catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
pikken catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn cadge; cajole; coax; collar; cuddle; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; obtain by begging; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away; wheedle
sjorren drag; lug; tug
sjouwen carry; carry along; drag
slepen drag haul; pull along; schlep; shlep; tow; trail
sleuren drag; haul; pull
snaaien catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snatch away; snatch off; snitch; steal; swipe; take; take away
torsen carry; carry along; drag bear; carry; carry along
wegkapen catch; caught; clasp; clutch; drag; grasp; grip; pilfer; reach; root; rout; rummage about; scratch; seize; slave away; slog away; snatch; snatch away; snout; stick; toil and moil; yearn cadge; collar; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
zeulen carry; carry along; drag
- cart; drag in; drag on; drag out; draw; dredge; drop back; drop behind; embroil; get behind; hale; hang back; haul; puff; scuff; sweep; sweep up; tangle; trail

Verwante woorden van "drag":

  • drags

Synoniemen voor "drag":


Verwante definities voor "drag":

  1. the act of dragging (pulling with force)1
    • the drag up the hill exhausted him1
  2. a slow inhalation (as of tobacco smoke)1
    • he took a drag on his cigarette and expelled the smoke slowly1
  3. clothing that is conventionally worn by the opposite sex (especially women's clothing when worn by a man)1
    • he went to the party dressed in drag1
    • the waitresses looked like missionaries in drag1
  4. something tedious and boring1
    • peeling potatoes is a drag1
  5. something that slows or delays progress1
    • taxation is a drag on the economy1
    • too many laws are a drag on the use of new land1
  6. the phenomenon of resistance to motion through a fluid1
  7. proceed for an extended period of time1
    • The speech dragged on for two hours1
  8. persuade to come away from something attractive or interesting1
    • He dragged me away from the television set1
  9. suck in or take (air)1
  10. search (as the bottom of a body of water) for something valuable or lost1
  11. pull, as against a resistance1
    • He dragged the big suitcase behind him1
    • These worries were dragging at him1
  12. draw slowly or heavily1
  13. walk without lifting the feet1
  14. to lag or linger behind1
    • But in so many other areas we still are dragging1
  15. move slowly and as if with great effort1
  16. use a computer mouse to move icons on the screen and select commands from a menu1
    • drag this icon to the lower right hand corner of the screen1
  17. force into some kind of situation, condition, or course of action1
    • don't drag me into this business1
  18. To move an item on the screen by selecting the item and then pressing and holding down the mouse button while moving the mouse.2

Wiktionary: drag

drag
noun
  1. someone or something that is annoying or frustrating
  2. foundry: bottom part of a sand casting mold
  3. resistance of the air or some other fluid
verb
  1. to pull along a surface
drag
verb
  1. trekkend over de grond of het wateroppervlak verplaatsen
  2. op een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert
Cross Translation:
FromToVia
• drag → slepen; trekken ↔ zurren — (transitiv), mundartlich, umgangssprachlich: Synonym für „zerren“, „ziehen“
• drag → coachen; trainen; fronsen; samentrekken; uitdragen; wegbrengen; wegdragen ↔ entraîner — traîner avec soi, après soi.
• drag → schaats; remblok; remslof; remschoen ↔ patin — Traductions à trier suivant le sens
• drag → boegseren; slepen; trekken; voorttrekken; rondslingeren ↔ trainer — tirer après soi.
• drag → boegseren; slepen; trekken; voorttrekken ↔ traîner — tirer après soi.

Verwante vertalingen van dragging







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0685 seconde
Page rendered in 1.0 seconds