Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. doggie:


Engels

Uitgebreide vertaling voor doggie (Engels) in het Nederlands

doggie:

doggie [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the doggie (puppie)
    puppie; het hondje
    • puppie [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hondje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor doggie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hondje doggie; puppie cub; dog; hound; pup; puppy
puppie doggie; puppie
- barker; bow-wow; doggy; pooch
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- doggy

Synoniemen voor "doggie":

  • pooch; doggy; barker; bow-wow; dog; domestic dog; Canis familiaris

Verwante definities voor "doggie":

  1. informal terms for dogs1