Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. docker:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor docker (Engels) in het Nederlands

docker:

docker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the docker (dock labourer; dockhand)
    de havenarbeider; de bootwerker

Vertaal Matrix voor docker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bootwerker dock labourer; docker; dockhand
havenarbeider dock labourer; docker; dockhand
- dock worker; dock-walloper; dockhand; dockworker; loader; longshoreman; lumper; stevedore

Verwante woorden van "docker":


Synoniemen voor "docker":


Verwante definities voor "docker":

  1. a laborer who loads and unloads vessels in a port1

Wiktionary: docker


Cross Translation:
FromToVia
docker havenarbeider; dokwerker dockerouvrier qui, dans un dock, travailler au chargement et au déchargement des navires.
docker stuwadoor stevedore — région|Nord de la France marine|fr chef d’entreprise ou ouvrier qui assure, sous la surveillance d’un officier de bord, la manutention des marchandises.