Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
dirty:
- smerig; vies; met vuil bemorst; vuil; morsig; walgelijk; weerzinwekkend; ranzig; goor; onverkwikkelijk; stuitend; onrein; onkies; onkuis; onzindelijk; groezelig; smoezelig; viezig; bedoezeld; bevlekt; vlekkig
- slonzigheid; viespeukerij; vuil; viezigheid; smerigheid; vuiligheid; smeerlapperij; drab; vuilheid; zwijnenboel; morsigheid; viesheid
- bevuilen; vies maken; vuil maken; vuilmaken; viesmaken
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor dirty:
- vieze
Engels
Uitgebreide vertaling voor dirty (Engels) in het Nederlands
dirty:
-
dirty (grubby; despicable; grimy; churlish)
smerig; vies; met vuil bemorst; vuil; morsig-
smerig bijvoeglijk naamwoord
-
vies bijvoeglijk naamwoord
-
met vuil bemorst bijvoeglijk naamwoord
-
vuil bijvoeglijk naamwoord
-
morsig bijvoeglijk naamwoord
-
-
dirty (filthy; disgusting; gruesome; repulsive; rancid; revolting; sickening; sordid; loathsome; repugnant; putrefied; putrid; heinous)
walgelijk; weerzinwekkend; vies; ranzig; goor; onverkwikkelijk; smerig; stuitend-
walgelijk bijvoeglijk naamwoord
-
weerzinwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
vies bijvoeglijk naamwoord
-
ranzig bijvoeglijk naamwoord
-
goor bijvoeglijk naamwoord
-
onverkwikkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
smerig bijvoeglijk naamwoord
-
stuitend bijvoeglijk naamwoord
-
-
dirty (unclean; grubby; unhygienic)
onrein; onkies; onkuis; onzindelijk-
onrein bijvoeglijk naamwoord
-
onkies bijvoeglijk naamwoord
-
onkuis bijvoeglijk naamwoord
-
onzindelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
dirty (grubby; smutty; fastidious; grimy; churlish; filthy)
-
dirty (stained; grubby; soiled; dingy; mucky; sallow)
-
the dirty (dirtyness; filth; filthy; smut; muck; dirt; slovenliness; obscenity; carelessness; inaccuracy; sloppiness)
de slonzigheid; de viespeukerij; het vuil; de viezigheid; de smerigheid; de vuiligheid; de smeerlapperij; de drab; de vuilheid; de zwijnenboel; de morsigheid -
the dirty (dirtiness; filthy; dirt; smut; filth; dirtyness)
-
to dirty (soil; foul; make dirty)
-
to dirty (make dirty; soil; pollute; blemish)
Conjugations for dirty:
present
- dirty
- dirty
- dirties
- dirty
- dirty
- dirty
simple past
- dirtied
- dirtied
- dirtied
- dirtied
- dirtied
- dirtied
present perfect
- have dirtied
- have dirtied
- has dirtied
- have dirtied
- have dirtied
- have dirtied
past continuous
- was dirtying
- were dirtying
- was dirtying
- were dirtying
- were dirtying
- were dirtying
future
- shall dirty
- will dirty
- will dirty
- shall dirty
- will dirty
- will dirty
continuous present
- am dirtying
- are dirtying
- is dirtying
- are dirtying
- are dirtying
- are dirtying
subjunctive
- be dirtied
- be dirtied
- be dirtied
- be dirtied
- be dirtied
- be dirtied
diverse
- dirty!
- let's dirty!
- dirtied
- dirtying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor dirty:
Verwante woorden van "dirty":
Synoniemen voor "dirty":
Antoniemen van "dirty":
Verwante definities voor "dirty":
Wiktionary: dirty
dirty
Cross Translation:
verb
dirty
-
to make dirty
- dirty → bevuilen
-
of color: discolored by impurities
- dirty → vuil
-
illegal, improper
-
dishonourable, violating standards or rules
-
morally unclean, obscene or indecent
-
covered with or containing dirt
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dirty | → goor | ↔ crade — (familier, fr) sale. |
• dirty | → smerig; vuil | ↔ sale — Qui est malpropre, qui n’est pas net, en parlant des personnes ou des choses. (Sens général). |