Engels
Uitgebreide vertaling voor dine (Engels) in het Nederlands
dine:
-
to dine (wine and dine; dine out)
-
to dine (have something to eat; eat; munch; have dinner; consume; grab a bite; nibble; have a meal; nybble)
consumeren; gebruiken; nuttigen; opeten; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen-
tot zich nemen werkwoord (neem mij tot zich, neemt je tot zich, neemt zich tot zich, zich, je, zich tot zich genomen)
-
to dine (eat; peck; sup)
-
to dine (sup; eat)
Conjugations for dine:
present
- dine
- dine
- dines
- dine
- dine
- dine
simple past
- dined
- dined
- dined
- dined
- dined
- dined
present perfect
- have dined
- have dined
- has dined
- have dined
- have dined
- have dined
past continuous
- was dining
- were dining
- was dining
- were dining
- were dining
- were dining
future
- shall dine
- will dine
- will dine
- shall dine
- will dine
- will dine
continuous present
- am dining
- are dining
- is dining
- are dining
- are dining
- are dining
subjunctive
- be dined
- be dined
- be dined
- be dined
- be dined
- be dined
diverse
- dine!
- let's dine!
- dined
- dining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they