Dexterity in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

dexterity:
- vaardigheid; bekwaamheid; kunst; behendigheid; truc; handigheid; kunstje; kunstgreep
Wiktionary:
- dexterity → handigheid
- dexterity → handigheid, bekwaamheid

Engels

Uitgebreide vertaling voor dexterity (Engels) in het Nederlands

the dexterity (ability; skill; adroitness; knack)
de vaardigheid; de bekwaamheid
- vaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bekwaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the dexterity (art; trick; agility; adroitness; ability; skill; knack)
de kunst; de behendigheid; de truc; de handigheid; het kunstje; de kunstgreep
- kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- behendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behendigheid	ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick
bekwaamheid	ability; adroitness; dexterity; knack; skill	ability; aptitude; capability; capacity; gift; ingenuity; natural ability; quality; talent
handigheid	ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick	ability; handiness; knack; skill
kunst	ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick	handiness
kunstgreep	ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick	manoeuver; manoeuvre; ruse; trick
kunstje	ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick	gimmick; knack; sleight of hand; trick
truc	ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick	gimmick; gimmicks; handiness; knack; ruse; sleight of hand; stunts; trick; trickery
vaardigheid	ability; adroitness; dexterity; knack; skill	skill
-	manual dexterity; sleight

dexterity

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dexterity	→ handigheid	↔ Geschicklichkeit — die Fähigkeit, eine Sache schnell und ohne großen Aufwand zu erledigen
• dexterity	→ handigheid; bekwaamheid	↔ dextérité — adresse de la main.