Devil in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

devil:
- demon; duivel; satan; kwaad; kwelduivel; boosaardig wezen
Wiktionary:
- devil → plagen, beduvelen, pesten, peperen
- devil → duivel, duvel, verduiveld, hard, noot, deugniet
- devil → demon, duivel, boze, droes, drommel

Engels

Uitgebreide vertaling voor devil (Engels) in het Nederlands

the devil (wickedness; Beelzebuub; demon; Lord of Evil; Satan; Lucifer; Prince of Darkness; daemon)
de demon; de duivel; de satan; het kwaad
- demon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- duivel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- satan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwaad [het ~] zelfstandig naamwoord
the devil (malignant person; Lucifer; Satan)
de kwelduivel; boosaardig wezen
- kwelduivel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- boosaardig wezen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boosaardig wezen	Lucifer; Satan; devil; malignant person
demon	Beelzebuub; Lord of Evil; Lucifer; Prince of Darkness; Satan; daemon; demon; devil; wickedness
duivel	Beelzebuub; Lord of Evil; Lucifer; Prince of Darkness; Satan; daemon; demon; devil; wickedness
kwaad	Beelzebuub; Lord of Evil; Lucifer; Prince of Darkness; Satan; daemon; demon; devil; wickedness
kwelduivel	Lucifer; Satan; devil; malignant person	bully; puck; teaser; terror; tormentor
satan	Beelzebuub; Lord of Evil; Lucifer; Prince of Darkness; Satan; daemon; demon; devil; wickedness
-	daemon; daimon; demon; deuce; dickens; fiend; heller; hellion; monster; ogre
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kwaad		angry; annoyed; bitter; blazing; cross; enraged; fierce; fiery; furious; glaring; incensed; indignant; infuriated; irate; livid; mad; raging; seething; sharp; upset; venomous; vicious; virulent; vitriolic; wicked; wrathful
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	daemon; demon; deuce; ruffian

Satan; Old Nick; Devil; Lucifer; Beelzebub; the Tempter; Prince of Darkness; spiritual being; supernatural being
fiend; demon; daemon; daimon; evil spirit
deuce; dickens; exclamation; exclaiming
hellion; heller; troublemaker; trouble maker; troubler; mischief-maker; bad hat
monster; ogre; unpleasant person; disagreeable person
annoy; rag; get to; bother; get at; irritate; rile; nark; nettle; gravel; vex; chafe; displease
cook; fix; ready; make; prepare

devil

verb

noun

in Christian Science, an evil or erring entity
- devil → duivel
person, especially a man; used to express a particular opinion of him
- devil → duvel; duivel
euphemistically, with an article: Hell (as an intensifier)
- devil → verduiveld
thing that is awkward or difficult to understand
- devil → hard; noot
wicked or naughty person
- devil → duivel; deugniet
bad part of the conscience
- devil → duivel
the devil: the chief devil
- devil → duivel
a creature of hell
- devil → duivel

devil

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• devil	→ demon; duivel	↔ Schaitan — teuflisches, dämonisches Wesen
• devil	→ duivel	↔ Teufel — böses Geisterwesen
• devil	→ duivel	↔ Teufel — Gegenspieler Gottes
• devil	→ boze; droes; drommel; duivel	↔ diable — Créature infernale