Destiny in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

destiny:
- bestemming; geadresseerde; lotsbestemming; lot; levenslot; noodlot; ongelukkig lot
Wiktionary:
- destiny → lot
- destiny → lot, noodlot, fortuin, levenslot, bestemming, lotsbestemming, voorland, geluk, fortuinlijkheid, rijkdom

Engels

Uitgebreide vertaling voor destiny (Engels) in het Nederlands

the destiny (addressee; consignee)
de bestemming; de geadresseerde
- bestemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geadresseerde [de ~] zelfstandig naamwoord
the destiny (fate; lot)
de lotsbestemming; de lot
- lotsbestemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lot [de ~] zelfstandig naamwoord
the destiny (fate; lot)
het levenslot
- levenslot [het ~] zelfstandig naamwoord
the destiny (unfortunate position; fate; lot)
de noodlot; ongelukkig lot
- noodlot [de ~] zelfstandig naamwoord
- ongelukkig lot [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestemming	addressee; consignee; destiny	appropriation; bound for; destination; destination of transport; objective; terminal; terminus; ultimate destination
geadresseerde	addressee; consignee; destiny
levenslot	destiny; fate; lot
lot	destiny; fate; lot	lottery ticket
lotsbestemming	destiny; fate; lot
noodlot	destiny; fate; lot; unfortunate position
ongelukkig lot	destiny; fate; lot; unfortunate position
-	circumstances; fate; fortune; lot; luck; portion

an event (or a course of events) that will inevitably happen in the future¹
the ultimate agency regarded as predetermining the course of events (often personified as a woman)¹
- we are helpless in the face of destiny¹
your overall circumstances or condition in life (including everything that happens to you)¹

destiny

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• destiny	→ lot; noodlot	↔ Schicksal — kein Plural: die höhere Macht, welche die Zukunft der/eines Menschen beliebig beeinflusst und lenkt
• destiny	→ fortuin; lot; levenslot; bestemming; lotsbestemming; voorland	↔ destinée — destin particulier d’une personne ou d’une chose.
• destiny	→ lot; noodlot	↔ fatalité — destinée inévitable.
• destiny	→ geluk; fortuin; fortuinlijkheid; lot; levenslot; rijkdom	↔ fortune — hasard, chance.