Engels

Uitgebreide vertaling voor designation (Engels) in het Nederlands

designation:

designation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the designation (term; name)
    de naam; de term
    • naam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • term [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor designation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naam designation; name; term fame; name; reputation; respectability
term designation; name; term
- appellation; appellative; appointment; assignment; denomination; identification; naming
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- denomination; term

Verwante woorden van "designation":

  • designate

Synoniemen voor "designation":


Verwante definities voor "designation":

  1. the act of designating or identifying something1
  2. the act of putting a person into a non-elective position1
  3. identifying word or words by which someone or something is called and classified or distinguished from others1

Wiktionary: designation

designation
noun
  1. distinguishing mark or name

designate:


Vertaal Matrix voor designate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- assign; delegate; denominate; depute; destine; doom; fate; indicate; intend; point; show; specify
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- name

Verwante woorden van "designate":


Synoniemen voor "designate":


Verwante definities voor "designate":

  1. appointed but not yet installed in office1
  2. design or destine1
  3. decree or designate beforehand1
  4. indicate a place, direction, person, or thing; either spatially or figuratively1
  5. assign a name or title to1
  6. give an assignment to (a person) to a post, or assign a task to (a person)1

Wiktionary: designate


Cross Translation:
FromToVia
designate bestemmen; uittrekken destiner — Traductions à trier suivant le sens
designate aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken désigner — Traduction à trier
designate noemen; heten; uitmaken voor nommer — Attribuer, imposer un nom à une personne ou une chose. (Sens général).