Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. deprivation:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor deprivation (Engels) in het Nederlands

deprivation:

deprivation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the deprivation (hardship; poverty)
    de ontbering; de nooddruft
  2. the deprivation
    ontnemen
  3. the deprivation (robbery; despoilment; stripping)
    de beroving; de roof
    • beroving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • roof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deprivation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beroving deprivation; despoilment; robbery; stripping
nooddruft deprivation; hardship; poverty
ontbering deprivation; hardship; poverty
ontnemen deprivation
roof deprivation; despoilment; robbery; stripping scab
- loss; neediness; privation; want
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontnemen cadge; collar; deprive; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away

Synoniemen voor "deprivation":


Verwante definities voor "deprivation":

  1. act of depriving someone of food or money or rights1
    • deprivation of civil rights1
  2. the disadvantage that results from losing something1
    • losing him is no great deprivation1
  3. a state of extreme poverty1

Wiktionary: deprivation

deprivation
noun
  1. state of being deprived
deprivation
noun
  1. (medisch, nld) een gemis dat leidt tot ziekteverschijnselen

Cross Translation:
FromToVia
deprivation roof Raub — das gewaltsame wegnehmen, das rauben
deprivation ontbering; afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement privationperte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.

Verwante vertalingen van deprivation