Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal department

Vertaal department van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. department:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor department (Engels) in het Nederlands

department:

department [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the department (division; section; ward; )
    de afdeling; de departement; de detachement; de sectie; de tak
    • afdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • departement [de ~] zelfstandig naamwoord
    • detachement [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the department (ministry; office)
    het ministerie; de departement
  3. the department (province; county; district; region)
    de provincie; het rechtsgebied; de rayon; het ressort; rijksonderdeel; het gebied; het gewest
  4. the department (region; area; place; )
    het gebied; de plaats; de regio; de streek; de landstreek; de gouw; het gewest; het oord
    • gebied [het ~] zelfstandig naamwoord
    • plaats [de ~] zelfstandig naamwoord
    • regio [de ~] zelfstandig naamwoord
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • landstreek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gouw [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gewest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • oord [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. the department (zone; area; domain; )
    het gebied; de zone; het terrein; de gordel; het territorium; de streek
    • gebied [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [de ~] zelfstandig naamwoord
    • terrein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • territorium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. the department (branch)
    de vakgroep; de sectie
    • vakgroep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. the department
    bestuursgebied; het ambtsgebied
  8. the department
    de departement; bestuursregio
  9. the department (region; area; domain; )
    de regio; de streek
    • regio [de ~] zelfstandig naamwoord
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord
  10. the department (jurisdiction; district of a judge; province; judical district)
    het rechtsgebied; de departement; de jurisdictie

Vertaal Matrix voor department:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdeling branch; brigade; department; detachment; division; section; ward division
ambtsgebied department
bestuursgebied department
bestuursregio department
departement branch; brigade; department; detachment; district of a judge; division; judical district; jurisdiction; ministry; office; province; section; ward department (France)
detachement branch; brigade; department; detachment; division; section; ward
gebied area; county; department; district; domain; dominion; part of the country; place; province; region; sphere; territory; zone area; building site; extent; ground; lot; navigation place; parcel; place; plot; province; region; site
gewest area; county; department; district; part of the country; place; province; region province; region
gordel area; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone belt; girdle; rampart; sash; thong
gouw area; county; department; district; part of the country; place; province; region
jurisdictie department; district of a judge; judical district; jurisdiction; province administration of justice; capacity of rights; jurisdiction; jurisprudence
landstreek area; county; department; district; part of the country; place; province; region
ministerie department; ministry; office ministry
oord area; county; department; district; part of the country; place; province; region district; place; region
plaats area; county; department; district; part of the country; place; province; region locale; location; locus; place; venue
provincie county; department; district; province; region province; region
rayon county; department; district; province; region area; district; province; region; synthetic silk; territory
rechtsgebied county; department; district; district of a judge; judical district; jurisdiction; province; region judicial district; jurisdiction; territorial jurisdiction
regio area; county; department; district; domain; dominion; part of the country; place; province; region; sphere; territory; zone cache region; region
ressort county; department; district; province; region province; region
rijksonderdeel county; department; district; province; region
sectie branch; brigade; department; detachment; division; section; ward area; autopsy; dissection; district; division; necropsy; post mortem; presentation section; quarter; section; sector; ward
streek area; county; department; district; domain; dominion; part of the country; place; province; region; sphere; territory; zone district; place; prank; region; trick
tak branch; brigade; department; detachment; division; section; ward bough; bough of a tree; branch; branch of a tree; limb; sprig; twig
terrein area; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone area; building site; ground; lot; parcel; plot; site
territorium area; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone area; habitat; territory
vakgroep branch; department
zone area; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone zone
- section
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
rayon territory
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- division

Verwante woorden van "department":


Synoniemen voor "department":


Verwante definities voor "department":

  1. a specialized sphere of knowledge1
    • baking is not my department1
    • his work established a new department of literature1
  2. a specialized division of a large organization1
    • you'll find it in the hardware department1
  3. the territorial and administrative division of some countries (such as France)1

Wiktionary: department

department
noun
  1. een afdeling van een overheid waar het beleid van de regering wordt uitgevoerd
Cross Translation:
FromToVia
• department → faculteit ↔ faculté — puissance physique ou morale qui rend un être capable d’agir d’une certaine manière, de produire certains effets.
• department → ministerie; kabinet ↔ ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.
• department → afdeling; branche; tak; vak ↔ spécialité — caractère de ce qui est spécial.

Verwante vertalingen van department







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0403 seconde
Page rendered in 1.0 seconds