Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. denominator:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor denominator (Engels) in het Nederlands

denominator:

denominator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the denominator
    de noemer
    • noemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the denominator
    noemer rekenkunde

Vertaal Matrix voor denominator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noemer denominator
noemer rekenkunde denominator

Synoniemen voor "denominator":

  • divisor

Verwante definities voor "denominator":

  1. the divisor of a fraction1

Wiktionary: denominator

denominator
noun
  1. The number or expression written below the line in a fraction
denominator
noun
  1. het getal onder de streep van een breuk

Cross Translation:
FromToVia
denominator noemer NennerMathematik: im gemeinen Bruch die Zahl (oder der algebraische Ausdruck) unter dem Bruchstrich