Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal demarcation

Vertaal demarcation van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. demarcate:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor demarcation (Engels) in het Nederlands

demarcation:


Vertaal Matrix voor demarcation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- contrast; demarcation line; dividing line; limit; line
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- delimitation

Verwante woorden van "demarcation":


Synoniemen voor "demarcation":


Verwante definities voor "demarcation":

  1. a conceptual separation or distinction1
  2. the boundary of a specific area1

Wiktionary: demarcation

demarcation
noun
  1. strictly defined separation
  2. thus fixed limit
  3. act of marking off a boundary or setting a limit

demarcation vorm van demarcate:

to demarcate werkwoord (demarcates, demarcated, demarcating)

  1. to demarcate (outline; fence off; mark out; )
    begrenzen; afbakenen; afzetten; omlijnen; afpalen
    • begrenzen werkwoord (begrens, begrenst, begrenste, begrensten, begrenst)
    • afbakenen werkwoord (baken af, bakent af, bakende af, bakenden af, afgebakend)
    • afzetten werkwoord (zet af, zette af, zetten af, afgezet)
    • omlijnen werkwoord (omlijn, omlijnt, omlijnde, omlijnden, omlijnd)
    • afpalen werkwoord (paal af, paalt af, paalde af, paalden af, afgepaald)
  2. to demarcate (plug; put under seal; seal; )
    dichtmaken; dichten; stoppen; dichtstoppen
    • dichtmaken werkwoord (maak dicht, maakt dicht, maakte dicht, maakten dicht, dichtgemaakt)
    • dichten werkwoord (dicht, dichtte, dichtten, gedicht)
    • stoppen werkwoord (stop, stopt, stopte, stopten, gestopt)
    • dichtstoppen werkwoord (stop dicht, stopt dicht, stopte dicht, stopten dicht, dichtgestopt)

Conjugations for demarcate:

present
  1. demarcate
  2. demarcate
  3. demarcates
  4. demarcate
  5. demarcate
  6. demarcate
simple past
  1. demarcated
  2. demarcated
  3. demarcated
  4. demarcated
  5. demarcated
  6. demarcated
present perfect
  1. have demarcated
  2. have demarcated
  3. has demarcated
  4. have demarcated
  5. have demarcated
  6. have demarcated
past continuous
  1. was demarcating
  2. were demarcating
  3. was demarcating
  4. were demarcating
  5. were demarcating
  6. were demarcating
future
  1. shall demarcate
  2. will demarcate
  3. will demarcate
  4. shall demarcate
  5. will demarcate
  6. will demarcate
continuous present
  1. am demarcating
  2. are demarcating
  3. is demarcating
  4. are demarcating
  5. are demarcating
  6. are demarcating
subjunctive
  1. be demarcated
  2. be demarcated
  3. be demarcated
  4. be demarcated
  5. be demarcated
  6. be demarcated
diverse
  1. demarcate!
  2. let's demarcate!
  5. demarcated
  6. demarcating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor demarcate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbakenen fencing off
afpalen fencing off
afzetten amputating; amputation; removing; taking
dichten writing poetry
dichtmaken barrier; close-down; closing; locking; partition; shutting
stoppen coming to a stop; halting; plugging; stopping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbakenen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out
afpalen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out
afzetten clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out amputate; be deceived; be duped; border; bring to a halt; bring to a standstill; cheat; deceive; diddle; disconnect; dodge; drop; drop off somewhere; edge; extinguish; fool; halt; hoodwink; lie; make out; matter; put down; put out; put someone off; set out; stop; swindle; switch off; trick; turn off; woodwink
begrenzen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out bound; enclose; end; limit; surround
dichten bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up caulk; fill gaps; isolate; make cold-resistant; seal; stop; stop holes; write poetry
dichtmaken bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up close; lock; pull shut; pull to; shut
dichtstoppen bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up
omlijnen clearly define; define; demarcate; fence; fence in; fence off; map out; mark out; outline; trace out
stoppen bind; close; demarcate; fence off; plug; put under seal; seal; shut; stop up abandon; adjourn; brake; bring to a close; bring to a conclusion; bring to a halt; bring to a standstill; bring to an end; cease; come to a stand-still; conclude; darn; drop out; end; fill up; finish; finish off; give up; halt; mend; pull out; put a brake on; put out; quit; remain standing; set out; slow down; stand still; stay put; stop; turn off
- delimit; delimitate

Verwante woorden van "demarcate":

  • demarcating, demarcation

Synoniemen voor "demarcate":


Verwante definities voor "demarcate":

  1. set, mark, or draw the boundaries of something1
  2. separate clearly, as if by boundaries1

Verwante vertalingen van demarcation







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0945 seconde
Page rendered in 1.0 seconds