Degree in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

degree:
- graad; gradatie; mate; militaire rang; thermometergraad; warmtegraad; kwantiteit
Wiktionary:
- degree → mate, graad
- degree → graad, rang, stadium, afsluiting, mate, trap, akte, brevet, bul, diploma, hoeveelheid, kwantiteit, boel, grootheid, sterkte

Engels

Uitgebreide vertaling voor degree (Engels) in het Nederlands

the degree (level)
de graad; de gradatie; de mate
- graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gradatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mate [de ~] zelfstandig naamwoord
the degree
de graad
- graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the degree
de graad; militaire rang
- graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- militaire rang [znw.] zelfstandig naamwoord
the degree (thermometerdegree)
thermometergraad; de graad; de warmtegraad
- thermometergraad [znw.] zelfstandig naamwoord
- graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- warmtegraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the degree (extent; intensity)
de mate; de kwantiteit
- mate [de ~] zelfstandig naamwoord
- kwantiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
graad	degree; level; thermometerdegree	degree in science; grade; level; title
gradatie	degree; level
kwantiteit	degree; extent; intensity	amount; dose; number; quantity; size
mate	degree; extent; intensity; level	circumference; dimension; extent; measure; size
militaire rang	degree
thermometergraad	degree; thermometerdegree
warmtegraad	degree; thermometerdegree
-	academic degree; arcdegree; grade; level; point; stage

a position on a scale of intensity or amount or quality¹
- it is all a matter of degree¹
the seriousness of something (e.g., a burn or crime)¹
- murder in the second degree¹
- a second degree burn¹
the highest power of a term or variable¹
an award conferred by a college or university signifying that the recipient has satisfactorily completed a course of study¹
- he earned his degree at Princeton summa cum laude¹
a measure for arcs and angles¹
- there are 360 degrees in a circle¹
a unit of temperature on a specified scale¹
- the game was played in spite of the 40-degree temperature¹
a specific identifiable position in a continuum or series or especially in a process¹
- a remarkable degree of frankness¹

degree

noun

degree

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• degree	→ graad	↔ Grad — das Ausmaß, das Viel oder Wenig einer Eigenschaft oder eines Zustandes
• degree	→ graad	↔ Grad — Rang
• degree	→ graad; rang	↔ Grad — akademischer Titel
• degree	→ graad	↔ Grad — Maßeinheit, an der eine Eigenschaft oder ein Zustand gemessen wird
• degree	→ stadium	↔ Stand — ohne Plural: im Ablauf einer Entwicklung momentan erreichte Stufe
• degree	→ afsluiting	↔ Abschluss — erfolgreiche Beendigung eines Vorhabens zum Beispiel schulischen oder universitären Bildungsganges
• degree	→ graad; mate; trap	↔ degré — espace compris entre deux marches d’un escalier.
• degree	→ akte; brevet; bul; diploma	↔ diplôme — charte, titre, acte émaner de princes ou de seigneurs, et relatif à des privilèges, à des fondations, etc.
• degree	→ hoeveelheid; kwantiteit; boel; grootheid; sterkte	↔ quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.