Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- defying:
- defy:
-
Wiktionary:
- defy → afzweren, uitdagen, het hoofd bieden, provoceren, trotseren
- defy → tarten, trotseren, uitdagend optreden tegen, inbreuk maken op, overtreden, provoceren, tergen, uitdagen, uitlokken, uittarten
Engels
Uitgebreide vertaling voor defying (Engels) in het Nederlands
defying:
Vertaal Matrix voor defying:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tartend | braving; defiant; defying; facing; provoking | defiant; exceeding |
trotserend | braving; defiant; defying; facing; provoking |
Verwante woorden van "defying":
defy:
-
to defy (face up to; stand to; face)
Conjugations for defy:
present
- defy
- defy
- defies
- defy
- defy
- defy
simple past
- defied
- defied
- defied
- defied
- defied
- defied
present perfect
- have defied
- have defied
- has defied
- have defied
- have defied
- have defied
past continuous
- was defying
- were defying
- was defying
- were defying
- were defying
- were defying
future
- shall defy
- will defy
- will defy
- shall defy
- will defy
- will defy
continuous present
- am defying
- are defying
- is defying
- are defying
- are defying
- are defying
subjunctive
- be defied
- be defied
- be defied
- be defied
- be defied
- be defied
diverse
- defy!
- let's defy!
- defied
- defying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor defy:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hoofd bieden | defy; face; face up to; stand to | |
trotseren | defy; face; face up to; stand to | |
- | dare; hold; hold up; refuse; resist; withstand |
Verwante woorden van "defy":
Synoniemen voor "defy":
Antoniemen van "defy":
Verwante definities voor "defy":
Wiktionary: defy
defy
Cross Translation:
verb
defy
-
To renounce or dissolve all bonds
- defy → afzweren
-
To provoke to combat or strife
- defy → uitdagen; het hoofd bieden
verb
-
(overgankelijk) tarten, uitdagen
-
niet laten afschrikken door iemand of iets
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• defy | → tarten; trotseren; uitdagend optreden tegen | ↔ braver — défier sans crainte et avec mépris ; s’opposer à. |
• defy | → inbreuk maken op; overtreden | ↔ désobéir — Ne pas obéir, refuser d’obéir à quelqu’un, soit faire ce qui est défendre, être en ne faisant pas ce qui est commander, refuser de se soumettre à une volonté.. |
• defy | → provoceren; tarten; tergen; uitdagen; uitlokken; uittarten | ↔ provoquer — inciter, exciter. |