Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. décor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor décor (Engels) in het Nederlands

décor:

décor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the décor (stage setting; decor; scenery)
    de decor; het toneeldecor
  2. the décor (stage setting; decor; stage decoration)
    toneeldecoratie

Vertaal Matrix voor décor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decor decor; décor; scenery; stage setting adornment; buttonhole; corsage; decoration; drapery; garnishing; ornament
toneeldecor decor; décor; scenery; stage setting
toneeldecoratie decor; décor; stage decoration; stage setting

Wiktionary: décor


Cross Translation:
FromToVia
décor decor; decoratie; onderscheiding; ridderorde; versiering décor — (architecture) Ce qui enjoliver, en parlant du papier, de la peinture, des ornements.