Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
cuss:
-
Wiktionary:
cuss → vervloeken
cuss → godlasteren, ketteren, vloeken, godslasteren, blasfemeren -
Synoniemen voor "cuss":
pest; blighter; pesterer; gadfly; tormentor; tormenter; persecutor
chap; fellow; feller; lad; gent; fella; male; male person
curse; curse word; expletive; oath; swearing; swearword; profanity
curse; blaspheme; swear; imprecate; express; verbalize; verbalise; utter; give tongue to
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor cuss (Engels) in het Nederlands
cuss:
Vertaal Matrix voor cuss:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | blighter; bloke; chap; curse; curse word; expletive; fella; feller; fellow; gadfly; gent; lad; oath; pest; pesterer; swearing; swearword | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | blaspheme; curse; imprecate; swear |
Synoniemen voor "cuss":
Verwante definities voor "cuss":
Wiktionary: cuss
cuss
Cross Translation:
verb
-
to use cursing
- cuss → vervloeken
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • cuss | → godlasteren; ketteren; vloeken; godslasteren; blasfemeren | ↔ blasphémer — proférer un blasphème ou des blasphèmes. |