Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cotton:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cotton (Engels) in het Nederlands

cotton:

cotton [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cotton (thread; yarn)
    het garen; de draad; de hechtdraad
    • garen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • draad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hechtdraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the cotton (thread; yarn; string)
    het garen; het rijgsnoer; de draad
    • garen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rijgsnoer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • draad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the cotton (cottonwick; wick)
    de katoen; boomwol
    • katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boomwol [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. the cotton (cottonwick; wick)
    de katoen; katoenstof
    • katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • katoenstof [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. the cotton
    de katoen
    • katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

cotton bijvoeglijk naamwoord

  1. cotton
    katoenen

Vertaal Matrix voor cotton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boomwol cotton; cottonwick; wick
draad cotton; string; thread; yarn wire
garen cotton; string; thread; yarn thread
hechtdraad cotton; thread; yarn
katoen cotton; cottonwick; wick cotton yarn
katoenen cotton fabrics; cottons
katoenstof cotton; cottonwick; wick
rijgsnoer cotton; string; thread; yarn
- cotton fiber; cotton plant; cotton wool
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
katoenen cotton

Verwante woorden van "cotton":


Synoniemen voor "cotton":


Verwante definities voor "cotton":

  1. fabric woven from cotton fibers1
  2. thread made of cotton fibers1
  3. erect bushy mallow plant or small tree bearing bolls containing seeds with many long hairy fibers1
  4. soft silky fibers from cotton plants in their raw state1
  5. take a liking to1
    • cotton to something1

Wiktionary: cotton

cotton
noun
  1. fabric
  2. plant
  3. fiber
adjective
  1. made of cotton
cotton
noun
  1. een zachte vezel die uit de opperhuid (epidermis) van de zaden van de katoenplant groeit

Cross Translation:
FromToVia
cotton katoen Baumwolle — die Samenhaare der Baumwollpflanze (Gossypium), einer strauchigen Malvaceengattung mit walnussgroßen Fruchtkapseln, die lange Baumwollhaare und kurze Filzhaare herausquellen lassen
cotton watten Watte — lockeres Gefüge aus einzelnen Textilfasern
cotton katoen; ruwe katoen cotonfibre textile végétale, issue de la bourre composée de filaments longs, fins, soyeux, qui enveloppe les graines du cotonnier.

Verwante vertalingen van cotton