Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- corresponding:
- correspond:
-
Wiktionary:
- corresponding → overeenkomstig, corresponderend
- corresponding → overeenkomstig, overeenkomend, aansprakelijk, verantwoordelijk, congruent
- correspond → corresponderen, overeenstemmen
- correspond → stroken, ontspreken, voldoen, overeenstemmen, corresponderen, overeenkomen, congruent zijn, elkaar dekken, rijmen, zich aanpassen
-
Gebruikers suggesties voor corresponding:
- bijbehorende
Engels
Uitgebreide vertaling voor corresponding (Engels) in het Nederlands
corresponding:
-
corresponding (matching; accompanying)
-
corresponding (congruous; matching)
Vertaal Matrix voor corresponding:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bijbehorend | accompanying; corresponding; matching | |
bijgesloten | accompanying; corresponding; matching | annexed; appended; attached; enclosed; with this |
congruent | congruous; corresponding; matching | |
- | comparable; like |
Verwante woorden van "corresponding":
Synoniemen voor "corresponding":
Verwante definities voor "corresponding":
Wiktionary: corresponding
corresponding
Cross Translation:
adjective
-
that have a similar relationship
- corresponding → overeenkomstig; corresponderend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• corresponding | → overeenkomstig; overeenkomend; aansprakelijk; verantwoordelijk; congruent | ↔ correspondant — Qui correspondre à quelque chose. |
corresponding vorm van correspond:
-
to correspond (keep up a correspondence; write)
schrijven; corresponderen; een briefwisseling hebben-
corresponderen werkwoord (correspondeer, correspondeert, correspondeerde, correspondeerden, gecorrespondeerd)
-
een briefwisseling hebben werkwoord (heb een briefwisseling, hebt een briefwisseling, heeft een briefwisseling, had een briefwisseling, hadden een briefwisseling, een briefwisseling gehad)
-
to correspond (be in correspondence with)
overeenkomstig zijn; corresponderen-
overeenkomstig zijn werkwoord
-
corresponderen werkwoord (correspondeer, correspondeert, correspondeerde, correspondeerden, gecorrespondeerd)
-
-
to correspond (coincide; converge)
Conjugations for correspond:
present
- correspond
- correspond
- corresponds
- correspond
- correspond
- correspond
simple past
- corresponded
- corresponded
- corresponded
- corresponded
- corresponded
- corresponded
present perfect
- have corresponded
- have corresponded
- has corresponded
- have corresponded
- have corresponded
- have corresponded
past continuous
- was corresponding
- were corresponding
- was corresponding
- were corresponding
- were corresponding
- were corresponding
future
- shall correspond
- will correspond
- will correspond
- shall correspond
- will correspond
- will correspond
continuous present
- am corresponding
- are corresponding
- is corresponding
- are corresponding
- are corresponding
- are corresponding
subjunctive
- be corresponded
- be corresponded
- be corresponded
- be corresponded
- be corresponded
- be corresponded
diverse
- correspond!
- let's correspond!
- corresponded
- corresponding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor correspond:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
samenlopen | confluence | |
samenvallen | falling together | |
schrijven | authorship; epistle; write | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
corresponderen | be in correspondence with; correspond; keep up a correspondence; write | conform to; correspond with |
een briefwisseling hebben | correspond; keep up a correspondence; write | |
overeenkomstig zijn | be in correspondence with; correspond | |
samenlopen | coincide; converge; correspond | |
samenvallen | coincide; converge; correspond | |
schrijven | correspond; keep up a correspondence; write | scribble; write |
- | agree; check; equate; fit; gibe; jibe; match; represent; stand for; tally |
Verwante woorden van "correspond":
Synoniemen voor "correspond":
Antoniemen van "correspond":
Verwante definities voor "correspond":
Wiktionary: correspond
correspond
Cross Translation:
verb
correspond
-
To exchange messages, especially by postal letter, over a period of time
- correspond → corresponderen
-
To be equivalent or similar in character, quantity, quality, origin, structure, function etc
- correspond → corresponderen
verb
-
(inergatief) overeenstemmen met
-
gelijkenis vertonen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• correspond | → stroken; ontspreken; voldoen | ↔ entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein |
• correspond | → overeenstemmen; corresponderen | ↔ korrespondieren — übereinstimmen, entsprechen |
• correspond | → corresponderen | ↔ korrespondieren — in Briefwechsel mit jemandem stehen |
• correspond | → stroken | ↔ übereinstimmen — (intransitiv) sich inhaltlich gleichen oder ähneln |
• correspond | → overeenstemmen; overeenkomen; corresponderen; congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen | ↔ correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose. |